Het EpiStat Dashboard biedt up-to-date gegevens en inzichten over de epidemiologie van infectieziekten, als gemonitord door Sciensano.
Navigeer door de secties in de zijbalk om gedetailleerde informatie te verkennen, gegroepeerd per type pathogeen of surveillanceactiviteit. Deze activiteiten omvatten onderwerpen zoals sterfte gerelateerd aan infectieziekten, vaccinatiegraad, teken surveillance en detectie van pathogenen uit het afvalwater.
Door voedsel en water overgedragen ziekten worden veroorzaakt door het eten van voedsel of drinken van water dat besmet is met bacteriën, virussen, parasieten of de toxines die ze produceren. Bekende voorbeelden zijn Salmonella, E. coli, norovirus en Campylobacter. De symptomen kunnen variëren van milde gastro-intestinale ongemakken tot ernstige uitdroging, schade aan organen en in extreme gevallen zelfs overlijden. Preventie bestaat uit het juist hanteren en bewaren van voedsel, grondig verhitten van voedsel en toegang tot zuiver drinkwater. Maatregelen zoals sanitaire voorzieningen, hygiëne en controle van de voedsel- en waterkwaliteit zijn essentieel om het risico op deze ziekten te verkleinen.
Griep en andere acute infecties van de luchtwegen eisen jaarlijks een hoge tol in termen van morbiditeit en mortaliteit en kunnen een aanzienlijke sociale impact hebben. Deze aandoeningen kunnen soms door vaccinatie vermeden worden. Daarom is hiervoor een uitgebreid surveillancesysteem ontwikkeld, zowel op nationaal als Europees niveau.
Sciensano monitort het voorkomen van zowel klinische luchtweginfecties als bepaalde luchtwegkiemen en rapporteert de resultaten wekelijks in het Bulletin acute luchtweginfecties om informatie te verstrekken aan zorgverleners, gezondheidsautoriteiten en de algemene bevolking.
Seksueel overdraagbare infecties (soi’s) zijn infecties die hoofdzakelijk worden overgedragen tijdens seksueel contact (oraal, vaginaal en anaal). Sommige soi’s kunnen ook worden overgedragen door huidcontact, van moeder op kind tijdens de zwangerschap en de bevalling of via het bloed (vb. gebruik van intraveneuze drugs). Vaak veroorzaken soi’s geen symptomen, maar als ze niet behandeld worden, kunnen ze wel verder doorgegeven worden. In sommige gevallen kunnen ze ook tot ernstige gezondheidsproblemen leiden zoals bijvoorbeeld onvruchtbaarheid.
Vaccinaties beschermen dieren en mensen tegen ziekten die ernstige gevolgen voor hun gezondheid kunnen hebben. Ze verkleint ook het risico en de intensiteit waarmee deze ziekten zich in de samenleving verspreiden. Sinds de introductie van vaccinatie zijn heel wat van deze ziekten zeldzaam geworden of zelfs helemaal verdwenen in België. Toch blijft het belangrijk om de situatie nauwgezet op te volgen (surveillance) en een hoge vaccinatiegraad te handhaven. Er bestaat altijd een risico van opflakkeringen, bijvoorbeeld doordat een ziekte vanuit het buitenland wordt binnengebracht of binnen groepen die onvoldoende gevaccineerd zijn. De surveillancegegevens worden ook gebruikt om beslissingen over de volksgezondheid te staven.
Vectoroverdraagbare ziekten zijn infectieziekten veroorzaakt door bacteriën, parasieten en virussen, die door besmette geleedpotige vectoren worden overgedragen, zoals muggen, teken, zandvliegen en vlooien. Vectoren kunnen ziektekiemen overbrengen van dieren op mensen en onderling tussen mensen en dieren. De aanwezigheid van de ziekten is afhankelijk van de aanwezigheid van vectoren en van dierlijke/menselijke reservoirs, hetgeen door vele factoren wordt beïnvloed, zoals klimaatverandering, internationale reizen, handel en landgebruik.
In Europa wordt de hoogste ziektelast door vectoroverdraagbare ziekten bij mensen veroorzaakt door ziekten die door teken worden overgedragen, zoals Lyme borreliose. Maar door muggenoverdraagbare ziekten zijn in opkomst.
Teken kunnen een grote verscheidenheid aan ziektekiemen dragen, die kunnen worden overgedragen via een beet. Hierdoor vormen zij een potentieel gezondheidsrisico voor mensen. TekenNet is een surveillanceplatform gebaseerd op burgerwetenschap dat in 2015 gelanceerd werd om de blootstelling van de Belgische bevolking aan tekenbeten in de tijd en ruimte op te volgen. Burgers kunnen tekenbeten bij mensen, opgelopen in België, rapporteren via een website of een applicatie voor mobiele telefoons (App store (iOS) or Google play (Android)). De resultaten van de surveillance worden gebruikt om gerichte preventie van tekenbeten en gerelateerde ziekten te sturen. Gedetailleerde jaarlijkse rapporten van de TekenNet resultaten zijn hier beschikbaar.
Mortaliteit is een fundamentele gezondheidsindicator en een sleutelcomponent van gezondheidsinformatiesystemen, die waardevolle inzichten biedt om beslissingen op het gebied van de volksgezondheid te sturen. Sterftestatistieken richten zich op twee belangrijke gebieden: sterfte-indicatoren voor alle oorzaken en het monitoren van specifieke doodsoorzaken. Be-MOMO (Belgian Mortality Monitoring) is de surveillance van sterfte door alle oorzaken en wordt wekelijks uitgevoerd door onze dienst. Het model is ontworpen om ongewone sterfte te identificeren en te kwantificeren, zoals sterfte die veroorzaakt wordt door ziekte-uitbraken zoals griep of extreme milieuomstandigheden zoals hittegolven. Tijdens de COVID-19 pandemie coördineerde onze dienst ook de epidemiologische surveillance van COVID-19-gerelateerde sterfgevallen en ontwikkelde Be-MOMO in woonzorgcentra.
In België maakt de afvalwatersurveillance het mogelijk om de circulatie op te volgen van drie belangrijke respiratoire virussen die een bedreiging vormen voor de gezondheid van de bevolking. Het surveillanceprogramma startte midden september 2020 met SARS-CoV-2 (het virus dat COVID-19 veroorzaakt). Influenza (het virus dat griep veroorzaakt) en respiratoir syncytieel virus (RSV) werden toegevoegd in januari 2024. De surveillance dekt 38% van de Belgische bevolking. Dit instrument is gebaseerd op de analyse van afvalwatermonsters die één keer per week op maandag worden verzameld uit influenten van 30 afvalwaterzuiveringsinstallaties verspreid over België, voornamelijk in gebieden met een hoge bevolkingsdichtheid. De monsters worden verzameld over een periode van 24 uur en geanalyseerd op de aanwezigheid van SARS-CoV-2, influenza en RSV.
Sciensano coördineert sinds 1983 een netwerk van microbiologische laboratoria, die bekend staan als peillaboratoria of Epilabo. De deelnemende laboratoria sturen op vrijwillige basis wekelijks diagnostische gegevens voor verschillende pathogenen naar Sciensano.
Meer informatie is beschikbaar op de website.
De NRC's (Nationale Referentiecentra voor Humane Microbiologie) zijn een netwerk van 40 laboratoria die fungeren als expertisecentra voor een pathogeen of een groep pathogenen. Het netwerk werd officieel opgericht bij Koninklijk Besluit van 09/02/2011. Het wordt gefinancierd door RIZIV-INAMI (RIZIV), gecoördineerd door Sciensano en geleid door de Medisch Technische Adviesraad (MTAB). De belangrijkste missies van de NRC's omvatten taken op het gebied van diagnose en surveillance, taken op het gebied van ontwikkeling en verspreiding van expertise, en taken op het gebied van paraatheid en ondersteuning bij uitbraken en coördinatie in tijden van crisis.
Meer informatie is beschikbaar op de website.
Het nationale netwerk van huisartsenpeilpraktijken registreert en rapporteert sinds 1979 informatie over besmettelijke en niet-besmettelijke aandoeningen. De peilartsen registreren wekelijks het aantal consultaties voor griepklachten en acute luchtweginfecties. Daarnaast nemen zij bij een steekproef van hun patiënten respiratoire stalen af die door het Nationaal referentie centrum (NRC) Influenza geanalyseerd en getypeerd worden.
Meer informatie is beschikbaar op de website.
Sciensano coördineert een peilnetwerk van ziekenhuizen (momenteel 10) dat alle gevallen van ernstige acute luchtweginfecties (Severe Acute Respiratory Infection of SARI) registreert. Deze surveillance heeft als doel tijdig tekens van verhoogde ernst van seizoensgriep en andere acute luchtweginfecties op te sporen en te melden aan de gezondheidsautoriteiten. Het systeem werd onderbroken tijdens de COVID-19-pandemie en sinds november 2023 is de definitie van een SARI-geval uitgebreid om RSV- en COVID-19-patiënten beter te kunnen capteren.
Meer informatie is beschikbaar op de website.
Artsen en laboratoria in België zijn verplicht om bepaalde infectieziekten te melden aan de bevoegde agentschappen van de overheid. Het belangrijkste doel van deze verplichte melding is het vermijden van verdere verspreiding van de ziekte. Sciensano biedt ondersteuning op vraag van de bevoegdheden bij meldingsregistratie, bron- en contactonderzoek en data-analyse. Bovendien, worden de gegevens verzameld op internationaal niveau (ECDC en WHO).
Meer informatie is beschikbaar op de website.
Sciensano coördineert de afvalwatermetingen in samenwerking met de regionale afvalwateragentschappen (Aquafin, Hydria, SPGE). De afvalwatermetingen zijn gestart in 2020. Meer informatie is beschikbaar op de website.
Sinds 2005 coördineert Sciensano de surveillance van de sterfte door alle oorzaken in België. De gegevens komen van het Rijksregister en Statbel. Overlijdens die plaatsvinden in het buitenland worden niet meegerekend, aangezien aangenomen wordt dat ze niet beïnvloed worden door meteorologische en omgevingsomstandigheden in België. Als onderdeel van het syndromische surveillancesysteem kan Be-MOMO in bijna real-time ongewone sterfte detecteren en kwantificeren die voortvloeit uit epidemieën zoals griep, of uit extreme weers- of omgevingsomstandigheden. Be-MOMO is ook betrokken bij het Europese surveillance sterfteproject, EuroMOMO.
Meer informatie is beschikbaar op de Epistat en Sciensano website.
Le tableau de bord EpiStat offre des données et des informations actualisées sur l'épidémiologie des maladies infectieuses, telles qu'elles sont surveillées par Sciensano.
Naviguez dans les sections énumérées dans l'encadré pour explorer des informations détaillées regroupées par type d'agent pathogène ou par activité de surveillance. Ces activités comprennent des sujets tels que la mortalité liée aux maladies infectieuses, la couverture vaccinale, la surveillance des tiques et la détection des agents pathogènes dans les eaux usées.
Les maladies d'origine alimentaire et hydrique sont causées par la consommation d'aliments ou d'eau contaminés par des bactéries, des virus, des parasites ou les toxines qu'ils produisent. Les exemples les plus courants sont la Salmonelle, E. coli, norovirus et Campylobacter. Les symptômes peuvent aller d'une légère gêne gastro-intestinale à une déshydratation sévère, des lésions organiques, voire la mort dans les cas extrêmes. La prévention passe par une manipulation et un stockage corrects des aliments, une bonne cuisson et l'accès à de l'eau potable propre. Les mesures de santé publique telles que l'assainissement, l'hygiène et la surveillance de la qualité des aliments et de l'eau sont essentielles pour réduire le risque de ces maladies.
La grippe et les autres infections aiguës des voies respiratoires se caractérisent chaque année par un lourd tribut en termes de morbidité et de mortalité et peuvent avoir un impact sociétal important. Ces infections des voies respiratoires peuvent parfois être évitées par la vaccination. C’est pourquoi un système de surveillance étendu a été mis au point à ce sujet, tant au niveau national qu’européen.
Sciensano surveille l’apparition d’infections cliniques des voies respiratoires et de certains agents pathogènes respiratoires et publie les résultats chaque semaine dans le Bulletin infections respiratoires aiguës afin d’informer les prestataires de soins, les autorités sanitaires et la population générale.
Les infections sexuellement transmissibles (IST) sont des infections transmises principalement lors de contacts sexuels (oraux, vaginaux et anaux). Certaines IST peuvent également être transmises par contact cutané, de la mère à l’enfant pendant la grossesse et l’accouchement, ou par le sang (ex. utilisation de drogues intraveineuses). Souvent, les IST ne provoquent pas de symptômes, mais si elles ne sont pas traitées, elles peuvent être transmises à d’autres personnes. Dans certains cas, elles peuvent également entraîner de graves problèmes de santé, tels que l’infertilité.
Les vaccinations protègent les animaux et les personnes contre des maladies qui peuvent avoir de graves conséquences pour leur santé. Elle réduit également le risque et l’intensité de la propagation de ces maladies dans la communauté. Depuis l’introduction de la vaccination, quantité de ces maladies sont devenues rares, voire absentes en Belgique. Néanmoins, il reste important de suivre de près la situation (au travers d’une surveillance) et de maintenir un taux de vaccination élevé. Un risque de poussée épidémique subsiste, par exemple après une importation de l’étranger ou dans des groupes insuffisamment vaccinés. Les données de surveillance sont également utilisées pour soutenir les décisions de santé publique.
Les maladies à transmission vectorielle sont des maladies causées par des bactéries, des parasites et des virus qui sont transmis par la piqûre d’arthropodes vecteurs infectés, tels que les moustiques, les tiques, les phlébotomes et les puces. Les vecteurs peuvent transmettre des agents pathogènes des animaux aux humains, entre humains et entre animaux. La présence des maladies dépend de la présence de vecteurs et de réservoirs animaux/humains, ce qui est influencé par de nombreux facteurs, tels que le changement climatique, les voyages internationaux, le commerce et l’utilisation des terres.
En Europe, le plus grand fardeau de maladies à transmission vectorielle chez l’homme est causé par les maladies transmises par les tiques, telles que la borréliose de Lyme. Mais des maladies transmises par les moustiques sont émergentes.
Les tiques peuvent être porteuses d'une grande variété d'agents pathogènes, qui peuvent être transmis par une morsure. Elles représentent donc un risque potentiel pour la santé humaine. TiquesNet est une plateforme de surveillance basée sur une science citoyenne, qui a été lancée en 2015 dans le but de suivre l'exposition de la population belge aux morsures de tiques dans le temps et dans l'espace. Les citoyens peuvent signaler les morsures de tiques sur des humains, contractées en Belgique, via un site web ou une application pour téléphones mobiles (App store (iOS) or Google play (Android)). Les résultats de la surveillance sont utilisés pour guider la prévention ciblée des morsures de tiques et des maladies qui y sont liées. Les rapports annuels détaillés des résultats de TickNet sont disponibles ici.
La mortalité est un indicateur de santé fondamental et un élément clé des systèmes d'information sur la santé, offrant des informations précieuses pour guider les décisions de santé publique. Les statistiques de mortalité portent sur deux domaines principaux : les indicateurs de mortalité toutes causes confondues et la surveillance de causes spécifiques de décès. Be-MOMO (Belgian Mortality Monitoring) est la surveillance de la mortalité toutes causes confondues et est réalisée sur une base hebdomadaire par notre service. Le modèle est conçu pour identifier et quantifier la mortalité inhabituelle, telles que celle déclenchés par des épidémies comme la grippe ou des conditions environnementales extrêmes comme les vagues de chaleur. Pendant la pandémie de COVID-19, notre service a également coordonné la surveillance épidémiologique des décès liés à la COVID-19 et a développé Be-MOMO en maison de repos (et de soins).
En Belgique, la surveillance des eaux usées permet de suivre la circulation de trois grands virus respiratoires préoccupants pour la santé de la population. Le programme de surveillance a débuté à la mi-septembre 2020 avec le SARS-CoV-2 (le virus responsable du COVID-19). L'influenza (le virus responsable de la grippe) et le virus respiratoire syncytial (VRS) ont été ajoutés en janvier 2024. La surveillance couvre 38% de la population belge. Cet outil est basé sur l'analyse d'échantillons d'eaux usées prélevés une fois par semaine, le lundi, dans les influents de 30 stations d'épuration réparties sur l'ensemble du territoire belge, principalement dans des zones à forte densité de population. Les échantillons sont collectés sur une période de 24 heures et analysés pour détecter la présence du SRAS-CoV-2, de la grippe et du VRS.
Depuis 1983, Sciensano coordonne un réseau de laboratoires de microbiologie, appelés laboratoires sentinelles ou Epilabo. Ce réseau de surveillance est basé sur la coopération volontaire des laboratoires qui envoient à Sciensano des données diagnostiques pour différents agents pathogènes.
De plus amples informations sont disponibles sur le site internet.
Les CNR (Centres nationaux de référence en microbiologie humaine) sont un réseau de 40 laboratoires qui agissent en tant que centres d'expertise pour un pathogène ou un groupe de pathogènes. Le réseau a été officiellement créé par l'arrêté royal du 09/02/2011. Il est financé par l'INAMI (NIHDI), coordonné par Sciensano et guidé par le Medical Technical Advisory Board (MTAB). Les principales missions des CNR comprennent des tâches de diagnostic et de surveillance, des tâches de développement et de diffusion de l'expertise, et des tâches de préparation, de soutien aux épidémies et de coordination en temps de crise.
De plus amples informations sont disponibles sur le site internet.
Le réseau national des médecins vigies enregistre et communique des informations sur les maladies infectieuses et non infectieuses depuis 1979. Chaque semaine, les médecins vigies enregistrent le nombre de consultations pour des problèmes de grippe et des infections aiguës des voies respiratoires. Ils prélèvent également des échantillons respiratoires sur un échantillon de leurs patients, qui sont analysés et typés par le Centre national de référence (CNR) Influenza.
De plus amples informations sont disponibles sur le site internet.
Sciensano coordonne un réseau de surveillance composé de dix hôpitaux qui enregistre tous les cas d’infections respiratoires aiguës sévères (Severe Acute Respiratory Infection ou SARI). Cette surveillance vise à détecter à temps les signes de gravité accrue de la grippe saisonnière et d’autres infections respiratoires aiguës et à les signaler aux autorités sanitaires. Le système a été perturbé pendant la pandémie de COVID-19 et, depuis novembre 2023, la définition d'un cas de SARI a été élargie afin de mieux capter les patients infectés par le VRS et le COVID-19.
De plus amples informations sont disponibles sur le site internet.
Les médecins et les laboratoires en Belgique sont obligés de déclarer certaines maladies infectieuses aux agences compétentes du gouvernement. Le but principal de cette déclaration obligatoire est d’éviter une plus grande propagation de la maladie. Sciensano offre son support à demande aux autorités pour registration des cas, la recherche des sources et contacts et analyse des données. En plus, les données sont également collectées au niveau international (ECDC et WHO)
De plus amples informations sont disponibles sur le website.
Sciensano coordonne les surveillances des eaux usées en collaboration avec les agences régionales des eaux usées (Aquafin, Hydria, SPGE). Les surveillances des eaux usées ont commencé en 2020. Plus d'informations sont disponibles sur le site web.
Depuis 2005, Sciensano coordonne la surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique. Les données proviennent du Registre national et de Statbel. Les décès survenus à l'étranger ne sont pas pris en compte, car ils sont considérés comme n'étant pas affectés par les conditions météorologiques et environnementales en Belgique. Dans le cadre du concept de surveillance syndromique, Be-MOMO peut détecter et quantifier en temps quasi réel la mortalité inhabituelle résultant d'épidémies telles que la grippe, ou de conditions météorologiques ou environnementales extrêmes. Be-MOMO est également impliqué dans le projet européen de surveillance de la mortalité, EuroMOMO.
De plus amples informations sont disponibles sur les sites web Epistat et Sciensano website.
The EpiStat Dashboard offers up-to-date data and insights on the epidemiology of infectious diseases, as monitored by Sciensano.
Navigate through the sections listed in the sidebar to explore detailed information grouped by pathogen type or surveillance activity. These activities include topics such as infectious disease-related mortality, vaccination coverage, tick surveillance, and wastewater-based pathogen detection.
Food and waterborne diseases are caused by consuming food or water contaminated with bacteria, viruses, parasites or the toxins they produce. Common examples include Salmonella, E. coli, norovirus, and Campylobacter. Symptoms can range from mild gastrointestinal discomfort to severe dehydration, organ damage, and even death in extreme cases. Prevention involves proper food handling and storage, thorough cooking, and access to clean drinking water. Public health measures such as sanitation, hygiene, and monitoring of food and water quality are essential in reducing the risk of these diseases.
Influenza and other acute respiratory infections take a high annual toll in terms of morbidity and mortality and can have a significant social impact. These respiratory infections can sometimes be avoided by vaccination. That is why an extensive surveillance system has been developed for this, both at the national and European level.
Sciensano monitors the occurrence of both clinical respiratory infections and certain respiratory germs and reports the results weekly in the Acute respiratory infections bulletin in French or in Dutch in order to provide information for healthcare providers, health authorities and the general population.
Sexually transmitted infections (STIs) are infections transmitted primarily during sexual contact (oral, vaginal and anal). Some STIs can also be transmitted through skin contact, from mother-to-child during pregnancy and childbirth, or through blood (e.g. use of intravenous drugs). Often, STIs do not cause symptoms, but if left untreated, they can be passed on to others. In some cases, they can also lead to serious health problems, such as infertility.
Vaccinations protect animals and people against diseases that can have serious consequences for their health. It also reduces the risk and intensity of these diseases spreading in the community. Since the introduction of vaccination, many of these diseases have become rare or even absent in Belgium. Nevertheless, it remains important to monitor the situation closely (surveillance) and to maintain a high vaccination coverage. There is always a risk of flare ups, for instance after importation from abroad or in groups that have been insufficiently vaccinated. The surveillance data are also used to support public health decisions.
Vector-borne diseases are diseases caused by bacteria, parasites and viruses that are transmitted by the bite of mosquitos, ticks, sand flies and fleas. Vectors can transmit pathogens from animals to humans, between humans and between animals. The presence of the diseases depends on the presence of vectors and animal/human reservoirs, which is influenced by many factors, such as climate, international travel, trade and land use.
In Europe, the highest disease burden of vector-borne diseases in humans is caused by tick-borne diseases, such as Lyme borreliosis. But mosquito-borne diseases are emerging.
Ticks are known to carry a wide variety of pathogens, which can be transmitted through a bite. This makes them a potential health risk to humans. TickNet is a citizen science surveillance platform that was launched in 2015 in order to follow-up the exposure of the Belgian population to tick bites over time and space. Citizens can report tick bites on humans, contracted in Belgium, through a website or an application for mobile phones (App store (iOS) or Google play (Android)). The results of the surveillance are used to guide targeted prevention of tick bites and related diseases. Detailed yearly reports of the TickNet results can be found here.
Mortality is a fundamental health indicator and a key component of health information systems, offering valuable insights to guide public health decisions. Mortality statistics address two main areas: all-cause mortality indicators and the monitoring of specific causes of death. Our service coordinates Be-MOMO (the Belgian Mortality Monitoring), the surveillance of all-cause mortality. The model is designed to identify and quantify unusual mortality such as those triggered by disease outbreaks like influenza or extreme environmental conditions like heatwaves. During the COVID-19 pandemic, our service also coordinated the epidemiological surveillance of COVID-19-related deaths and developed Be-MOMO in nursing homes.
In Belgium, the wastewater surveillance allows to follow-up the circulation of three major respiratory viruses of health concerns in the population. The surveillance program started in mid-September 2020 with SARS-CoV-2 (the virus causing COVID-19). Influenza (the virus causing flu) and respiratory syncytial virus (RSV) were added in January 2024. The surveillance covers 38% of the Belgian population. This tool is based on the analysis of wastewater samples collected once per week on Monday from influents of 30 wastewater treatment plants spread over Belgium, mainly in areas of high population density. Samples are collected over a period of 24 hours and analyzed for the presence of SARS-CoV-2, influenza and RSV.
Since 1983 Sciensano has coordinated a network of microbiological laboratories, known as sentinel laboratories or Epilabo. This surveillance network is based on the laboratories’ voluntary cooperation in sending diagnostic data to Sciensano.
More information is available on their website.
The NRCs (National Reference Centres for Human Microbiology) are a network of 40 laboratories that act as centres of expertise for a pathogen or group of pathogens. The network was officially established by Royal Decree of 09/02/2011. It is funded by RIZIV-INAMI (NIHDI), coordinated by Sciensano and guided by the Medical Technical Advisory Board (MTAB). The key missions of the NRCs include tasks of diagnosis and surveillance, tasks of development and dissemination of expertise, and tasks of preparedness and outbreak support and coordination in times of crisis.
More information is available on the website.
Since 1979, the national network of primary care practices has been recording and reporting information on infectious and non-infectious diseases. Each week, the poll doctors record the number of consultations for flu symptoms and acute respiratory infections. In addition, they take respiratory samples from a sample of their patients that are analyzed and typed by the NRC (National Reference Center) Influenza.
More information is available on their website.
Sciensano coordinates a surveillance network of hospitals (currently 10) that records all cases of severe acute respiratory infections (SARI). This surveillance aims to detect signs of increased severity of seasonal influenza and other acute respiratory infections in good time, and to report them to the health authorities. The system was disrupted during the COVID-19 pandemic and, since November 2023, the definition of a SARI case was extended in order to better capture RSV and COVID-19 patients.
More information is available on the website.
Doctors and laboratories in Belgium are obliged to report certain infectious diseases to the health authorities. The main purpose of this mandatory notification is to prevent the further spread of the selected diseases. Sciensano supports the respective authorities upon request with case registration, source research, contact tracing and data analysis. In addition, the data is collected at an international level (ECDC and WHO).
More information is available on the website.
Sciensano coordinates wastewater surveillances in collaboration with the regional wastewater agencies (Aquafin, Hydria, SPGE). Wastewater surveillances started in 2020. More information is available on the website.
Since 2005, Sciensano coordinates the surveillance of all-cause mortality in Belgium. Data come from the National Register and Statbel. Deaths occurring abroad are not taken into account, as they are considered to be unaffected by meteorological and environmental conditions in Belgium. As part of the syndromic surveillance concept, Be-MOMO can detect and quantify in near-real time unusual mortality resulting from epidemics such as influenza, or from extreme weather or environmental conditions. Be-MOMO is also involved in the European mortality monitoring project, EuroMOMO.
More information is available on the Epistat and Sciensano website.
Door voedsel en water overgedragen ziekten worden veroorzaakt door het eten van voedsel of drinken van water dat besmet is met bacteriën, virussen, parasieten of de toxines die ze produceren. Bekende voorbeelden zijn Salmonella, E. coli, norovirus en Campylobacter. De symptomen kunnen variëren van milde gastro-intestinale ongemakken tot ernstige uitdroging, schade aan organen en in extreme gevallen zelfs overlijden. Preventie bestaat uit het juist hanteren en bewaren van voedsel, grondig verhitten van voedsel en toegang tot zuiver drinkwater. Maatregelen zoals sanitaire voorzieningen, hygiëne en controle van de voedsel- en waterkwaliteit zijn essentieel om het risico op deze ziekten te verkleinen.
Het team surveilleert verschillende ziektes, die hieronder samen met een korte beschrijving worden opgesomd. Klik op Ga naar website om naar het relevante gezondheidsonderwerp op de Sciensano-webpagina te gaan, waar u het (de) laatste jaarverslag(en) vindt. Door te klikken op Selecteer in dashboard wordt de ziekte automatisch geselecteerd in het onderstaande dashboard.
Ziekte: Campylobacteriose is een belangrijke oorzaak van bacteriële gastro-enteritis bij mensen.
Oorzaak: Campylobacteriose wordt veroorzaakt door Campylobacter.
Overdracht: In België wordt Campylobacter voornamelijk overgedragen via voedsel, vooral gevogelte. De bacterie kan echter ook worden aangetroffen in rauwe melk en rauwe zuivelproducten.
Ziekte: Cryptosporidiose is een darminfectie die buikkrampen en diarree veroorzaakt. Gezonde mensen herstellen spontaan, maar bij mensen met een verzwakt immuunsysteem kan de infectie ernstige diarree veroorzaken.
Oorzaak: Cryptosporidiose wordt veroorzaakt door de protozoaire parasiet Cryptosporidium parvum.
Overdracht: Overdracht vindt plaats via de feco-orale route: door direct contact tussen een persoon en een besmet dier (landbouwhuisdieren, met name herkauwers), door directe overdracht van de ene persoon op de andere, of indirecte overdracht via drinkwater, oppervlaktewater en zwembadwater dat besmet is met fecaliën of besmet voedsel.
Ziekte: Cyclosporiasis is een darminfectie die waterige diarree en maag-darmproblemen veroorzaakt.
Oorzaak: Cyclosporiasis wordt veroorzaakt door de protozoaire parasiet Cyclospora cayetanensis.
Overdracht: Overdracht vindt plaats via de indirecte feco-orale route, meestal door inname van voedsel of drank dat is besmet met menselijke uitwerpselen. Directe overdracht tussen personen is onwaarschijnlijk omdat de oöcyten die in de uitwerpselen worden uitgescheiden niet besmettelijk zijn.
Ziekte: Een STEC infectie is een infectie van het maagdarmstelsel veroorzaakt door bepaalde vormen van de Escherichia coli (E. coli) bacterie, een darmbacterie die voorkomt bij mens en dier. Over het algemeen is deze onschuldig en zelfs nuttig. Sommige types kunnen echter ziekte bij de mens veroorzaken, zoals diarree of ziekten buiten het darmstelstel (b.v. urineweginfecties). Voornamelijk jonge kinderen, personen met verlaagde immuniteit of ouderen zijn gevoelig aan deze infecties.
Oorzaak: Gram-positieve bacterie E. coli, meer specifiek shigatoxine-producerende E. coli.
Overdracht: Infectie vindt plaats door inname van besmet voedsel (bv. onvoldoende verhit rundvlees, zuivelproducten) of van mens op mens.
Ziekte: Amoebiasis is een darminfectie met klinische verschijnselen die variëren van milde diarree tot pijnlijke, bloederige diarree (dysenterie met bloed en slijm in de ontlasting). Tot de extra-intestinale infecties behoren leverabcessen en, in zeldzame gevallen, hersenabcessen.
Oorzaak: Amoebiasis wordt veroorzaakt door de amoebe Entameaba histolytica, een parasiet die specifiek is voor mensen.
Overdracht: De overdracht vindt plaats via de indirecte feco-orale route, meestal door het eten of drinken van voedsel dat besmet is met menselijke feces. De parasiet kan ook seksueel worden overgedragen via oraal-anaal contact.
Ziekte: Giardiasis is een darminfectie die asymptomatisch kan zijn of symptomen kan veroorzaken variërend van periodieke winderigheid tot chronische diarree.
Oorzaak: Giardiasis wordt veroorzaakt door de flagellate protozoaire parasiet Giardia lamblia.
Overdracht: Overdracht vindt plaats via de directe feco-orale route van mens op mens, of indirect door inname van voedsel of drank dat is besmet met menselijke feces.
Ziekte: Hepatitis A is een leverontsteking die wordt veroorzaakt door het hepatitis A-virus. Deze infectie komt vooral voor bij kinderen en geeft bij hen weinig klachten. Volwassenen ontwikkelen meestal geelzucht.
Oorzaak: Hepatitis A virus.
Overdracht: Infectie vindt plaats door contact met zieken of door consumptie van besmet voedsel of water.
Ziekte: Hepatitis E is een leverontsteking die wordt veroorzaakt door infectie met het hepatitis E-virus. De meeste mensen hebben geen symptomen maar mensen met een verminderde weerstand kunnen ernstig ziek worden.
Oorzaak: het hepatitis E virus. Er bestaan verschillende types, in België komt type 3 voor.
Overdracht: Infectie vindt plaats door consumptie van besmet voedsel, zoals varkensvlees en wild.
Ziekte: Listeriose is een infectie van het maagdarmstelsel. Bij mensen met een hoog risico kan dit ernstige vormen aannemen (een bloed- of herseninfectie) en soms zelfs de dood tot gevolg hebben. Bij zwangere vrouwen kan de infectie een miskraam, vroeggeboorte of infectie van het pasgeboren kind veroorzaken.
Oorzaak: Gram-positieve bacterie Listeria, meer specifiek L. monocytogenes.
Overdracht: De infectie vindt plaats door de inname van voedsel dat besmet is met deze ziekteverwekker.
Ziekte: Legionellose is een longinfectie die gekenmerkt wordt door de volgende symptomen: hoge koorts, hoesten, kortademigheid, pijn op de borst, soms braken en diarree. De ziekte kan een ernstige wending nemen en tot de dood leiden.
Oorzaak: Legionellose wordt veroorzaakt door de legionella bacterie. In meer dan 90% van de gevallen in België wordt legionellose veroorzaakt door de soort Legionella pneumophila.
Overdracht: Overdracht gebeurt door inademing van aërosolen. Legionellabacteriën komen vooral voor in aquatische milieus en vochtige grond. Ze ontwikkelen zich in stilstaand water met een temperatuur van 20-50°C. Via aërosolen kunnen Legionellabacteriën in de lucht terechtkomen, waar ze door mensen kunnen worden ingeademd. Apparaten die aërosolen produceren lopen risico, zoals koeltorens, douches, spa's en luchtbevochtigers.
Ziekte: Norovirus is een belangrijke oorzaak van gastro-enteritis (diarree en braken) bij mensen.
Oorzaak: Het virus is zeer besmettelijk.
Overdracht: Het zit in de ontlasting en het braaksel van een besmet persoon en kan van mens tot mens worden overgedragen. Het is een veel voorkomende infectie in België, vooral in de winter.
Ziekte: Salmonellose is een veel voorkomende bacteriële gastro-enteritis (diarree en braken).
Oorzaak: De Salmonella-bacterie, die voornamelijk het spijsverteringskanaal infecteert.
Overdracht: Salmonella komt bij mensen binnen via de mond, voornamelijk wanneer voedsel van besmette dieren rauw wordt gegeten of te weinig wordt gekookt.
Ziekte: Shigellose is een acute ontsteking van de darmen en is een belangrijke oorzaak van dysenterie (een ernstige vorm van diarree met bloed of slijm). De infectie is zeer besmettelijk en meestal van korte duur, maar wel heftig.
Oorzaak: Shigellose wordt veroorzaakt door de gramnegatieve bacterie Shigella, waarvan er vier soorten zijn: Shigella dysenteriae, Shigella flexneri, Shigella boydii and Shigella sonnei.
Overdracht: Overdracht vindt plaats via de directe feco-orale route van persoon op persoon, of indirect door het eten of drinken van voedsel dat is besmet met menselijke feces of door contact met besmette apparatuur. Transmissie kan ook plaatsvinden via seksueel contact, voornamelijk bij mannen die seks hebben met mannen.
Ziekte: Yersiniosis is een infectie van het maagdarmstelsel.
Oorzaak: Gram-negatieve bacterie Yersinia, voornamelijk Y. enterolitica en Y. pseudotuberculosis.
Overdracht: Deze bacterie leeft in dieren en kan mensen besmetten via voeding.
Les maladies d'origine alimentaire et hydrique sont causées par la consommation d'aliments ou d'eau contaminés par des bactéries, des virus, des parasites ou les toxines qu'ils produisent. Les exemples les plus courants sont la Salmonelle, E. coli, norovirus et Campylobacter. Les symptômes peuvent aller d'une légère gêne gastro-intestinale à une déshydratation sévère, des lésions organiques, voire la mort dans les cas extrêmes. La prévention passe par une manipulation et un stockage corrects des aliments, une bonne cuisson et l'accès à de l'eau potable propre. Les mesures de santé publique telles que l'assainissement, l'hygiène et la surveillance de la qualité des aliments et de l'eau sont essentielles pour réduire le risque de ces maladies.
L'équipe effectue la surveillance de plusieurs maladies, qui sont présentées ci-dessous avec une courte description. Vous pouvez cliquer sur Consulter site internet pour accéder au sujet de santé correspondant sur la page web Sciensano, où vous trouverez le(s) dernier(s) rapport(s) annuel(s). En cliquant sur Sélectionner dans le dashboard, la maladie est automatiquement sélectionnée dans le dashboard ci-dessous.
Maladie : La campylobactériose est une cause majeure de gastro-entérite bactérienne chez l'homme.
Cause : La campylobactériose est causée par Campylobacter.
Transmission : En Belgique, Campylobacter est principalement transmis par les aliments, en particulier la volaille. Toutefois, la bactérie peut également être présente dans le lait cru et les produits laitiers crus.
Maladie : La cryptosporidiose est une infection intestinale qui provoque des crampes abdominales et des diarrhées. Les personnes en bonne santé guérissent spontanément, mais pour les personnes dont le système immunitaire est affaibli, l’infection peut provoquer une diarrhée grave.
Cause: La cryptosporidiose est due au parasite protozoaire Cryptosporidium parvum.
Transmission : La transmission se fait par voie féco-orale : par contact direct entre une personne et un animal contaminé (animaux d’élevage en particulier les ruminants), par transmission directe d’une personne à l’autre, ou transmission indirecte par de l’eau potable, les eaux de surface et les eaux de piscine contaminées par des matières fécales ou par des aliments contaminés.
Maladie : La cyclosporose est une infection intestinale qui provoque une diarrhée aqueuse avec des troubles gastro-intestinaux.
Cause : La cyclosporose est due au parasite protozoaire Cyclospora cayetanensis.
Transmission : La transmission se fait par voie féco-orale indirecte, habituellement par ingestion d'aliments ou de boissons contaminés par des selles humaines. La transmission directe entre personnes est peu probable car les oocytes éliminés dans les selles ne sont pas infectieux.
Maladie : Une infection à STEC est une infection du système gastro-intestinal causée par certaines formes de bactéries Escherichia coli (E. coli), une bactérie intestinale présente chez l'homme et les animaux. En général, cette bactérie est inoffensive et même bénéfique. Toutefois, certains types peuvent provoquer des maladies chez l'homme, telles que des diarrhées ou des maladies en dehors du tractus intestinal (par exemple, des infections des voies urinaires). Ces infections touchent principalement les jeunes enfants, les personnes immunodéprimées et les personnes âgées.
Cause : la bactérie Gram-positive E. coli, plus particulièrement la bactérie E. coli productrice de shiga-toxines.
Transmission : l'infection se produit par l'ingestion d'aliments contaminés (par exemple de la viande de bœuf mal chauffée, des produits laitiers) ou d'une personne à l'autre.
Maladie : L’amibiase est une infection intestinale dont les manifestations cliniques peuvent aller de la diarrhée légère à une diarrhée douloureuse et sanglante (dysenterie avec sang et du mucus dans les selles). Les infections extra-intestinales sont possibles et sont responsables d’abcès hépatiques et rarement cérébraux.
Cause : L’amibiase est due à l’amibe Entameaba histolytica, parasite spécifique de l’Homme.
Transmission : La transmission se fait par voie féco-orale indirecte, habituellement par ingestion d'aliments ou de boissons contaminés par des selles humaines. Le parasite peut également être transmis sexuellement par contact oral-anal.
Maladie : La giardiase est une infection intestinale qui peut être asymptomatique ou déclencher des symptômes allant d'une simple flatulence intermittente à une diarrhée chronique.
Cause : La giardiase est due au parasite protozoaire flagelléGiardia lamblia.
Transmission : La transmission se fait par voie féco-orale directe de personne à personne, ou indirecte, par ingestion d'aliments ou de boissons contaminés par des selles humaines.
Maladie : L'hépatite A est une inflammation du foie causée par le virus de l'hépatite A. Cette infection survient principalement chez les enfants et ne provoque que peu de symptômes chez eux. Cette infection touche principalement les enfants et ne provoque que peu de symptômes chez eux. Les adultes développent généralement une jaunisse.
Cause : le virus de l'hépatite A.
Transmission : l'infection se produit par contact avec des personnes malades ou par la consommation d'eau ou d'aliments contaminés.
Maladie : L'hépatite E est une inflammation du foie causée par une infection par le virus de l'hépatite E. La plupart des personnes ne présentent aucun symptôme, mais les personnes dont l'immunité est réduite peuvent tomber gravement malades. La plupart des personnes ne présentent aucun symptôme, mais les personnes dont l'immunité est réduite peuvent tomber gravement malades.
Cause : le virus de l'hépatite E. Il en existe différents types ; le type 3 est présent en Belgique.
Transmission : l'infection se produit par la consommation d'aliments contaminés, tels que le porc et le gibier.
Maladie : La listériose est une infection du système gastro-intestinal. Chez les personnes à risque, elle peut évoluer vers des formes graves (infection du sang ou du cerveau) et parfois même vers la mort. Chez les femmes enceintes, l'infection peut provoquer une fausse couche, une naissance prématurée ou une infection du nouveau-né.
Cause : Bactérie Gram-positive Listeria, plus précisément L. monocytogeneses.
Transmission : L'infection se produit par l'ingestion d'aliments contaminés par ce pathogène.
Maladie : La légionellose est une infection pulmonaire caractérisée par les symptômes suivants : forte fièvre, toux, essoufflement, douleur à la poitrine, parfois vomissements et diarrhée. La maladie peut prendre une tournure grave et entraîner le décès du patient.
Cause : La légionellose est due à la bactérie Legionella. Dans plus de 90 % des cas en Belgique, la légionellose est causée par l’espèce Legionella pneumophila.
Transmission : La transmission se fait par inhalation d’aérosols. La bactérie Legionella se retrouve principalement dans les milieux aquatiques et les sols humides. Elle se développe dans l’eau stagnante à une température de 20 à 50 °C. Les bactéries Legionella peuvent, par le biais d’aérosols se retrouver dans l’air et, par conséquent, être inhalées par l’être humain. Les dispositifs qui produisent des aérosols sont à risque, par exemple les tours de refroidissement, les douches, les spas, les humidificateurs.
Maladie : Le norovirus est une cause majeure de gastro-entérite (diarrhée et vomissements) chez l'homme.
Cause : Le virus est très contagieux.
Transmission : Il se trouve dans les selles et les vomissements d'une personne infectée et peut se transmettre d'une personne à l'autre. Il s'agit d'une infection fréquente en Belgique, surtout en hiver.
Maladie : la salmonellose est une gastro-entérite bactérienne courante (diarrhée et vomissements).
Cause : la bactérie Salmonella, qui infecte principalement le tube digestif.
Transmission : les salmonelles pénètrent dans l'organisme humain par la bouche, principalement lorsque des aliments provenant d'animaux infectés sont consommés crus ou insuffisamment cuits.
Maladie : La shigellose est une inflammation aiguë des intestins et est une cause importante de dysenterie (forme grave de diarrhée avec du sang ou du mucus). L’infection est très contagieuse et généralement de courte durée, mais intense.
Cause : La shigellose est due à la bactérie Shigella, une bactérie à Gram négatif dont on distingue quatre espèces : Shigella dysenteriae, Shigella flexneri, Shigella boydii and Shigella sonnei.
Transmission : La transmission se fait par voie féco-orale directe de personne à personne, ou indirecte par ingestion d'aliments ou de boissons contaminés par des selles humaines ou par contact avec du matériel contaminé. La transmission peut également se faire via des contacts sexuels, principalement chez les hommes ayant des rapports sexuels avec des hommes.
Maladie : La yersiniose est une infection du système gastro-intestinal.
Cause : la bactérie Gram-négative Yersinia, principalement Y. enterolitica et Y. pseudotuberculosis.
Transmission : Cette bactérie vit chez les animaux et peut infecter l'homme par l'intermédiaire des aliments.
Food and waterborne diseases are caused by consuming food or water contaminated with bacteria, viruses, parasites or the toxins they produce. Common examples include Salmonella, E. coli, norovirus, and Campylobacter. Symptoms can range from mild gastrointestinal discomfort to severe dehydration, organ damage, and even death in extreme cases. Prevention involves proper food handling and storage, thorough cooking, and access to clean drinking water. Public health measures such as sanitation, hygiene, and monitoring of food and water quality are essential in reducing the risk of these diseases.
The team conducts surveillance for various diseases, which are outlined below together with a short description. You can click on Go to website to go to the relevant Health Topic on the Sciensano webpage, where you will find the latest yearly report(s). By clicking on Select in dashboard the disease is automatically selected in the dashboard below.
Disease: Campylobacteriosis is a major cause of bacterial gastroenteritis in humans.
Cause: Campylobacteriosis is caused by Campylobacter.
Transmission: In Belgium Campylobacter is primarily transmitted through food, especially poultry. However, the bacteria can also be found in raw milk and raw dairy products.
Disease: Cryptosporidiosis is an intestinal infection that causes abdominal cramps and diarrhoea. The infection is usually mild for healthy people with spontaneous recovery. For immunocompromised people the infection can cause severe diarrhoea and require treatment.
Cause: Cryptosporidiosis is caused by the protozoan parasite Cryptosporidium parvum.
Transmission: Transmission occurs via the faecal-oral route, by direct contact between a person and a contaminated animal (livestock, especially ruminants), direct person-to-person transmission, or indirect transmission via drinking water, surface water or swimming pool water contaminated with faecal material or contaminated food.
Disease: Cyclosporiasis is an intestinal infection that causes watery diarrhoea and gastrointestinal complaints.
Cause: Cyclosporiasis is caused by the protozoan parasite Cyclospora cayetanensis.
Transmission: Transmission occurs via the faecal-oral route, indirectly, usually through ingestion of food or drinks contaminated with human faeces. Direct person-to-person transmission is unlikely as the oocytes eliminated in the faeces are not infectious.
Disease: An STEC infection is an infection of the gastrointestinal system caused by certain forms of Escherichia coli (E. coli) bacteria, an intestinal bacterium found in humans and animals. Generally, it is harmless and even beneficial. However, some types can cause illness in humans, such as diarrhoea or diseases outside the intestinal tract (e.g. urinary tract infections). Mainly young children, persons with lowered immunity or the elderly are susceptible to these infections.
Cause: Gram-positive bacterium E. coli, more specifically shiga-toxin-producing E. coli.
Transmission: Infection occurs through ingestion of contaminated food (e.g. inadequately heated beef, dairy products) or from person to person.
Disease: Amoebiasis is an intestinal infection with clinical manifestations ranging from mild diarrhoea to painful, bloody diarrhoea (dysentery with blood and mucus in the stools). Extra-intestinal infections can occur and lead to liver abscesses and, rarely, to brain abscesses.
Cause: Amoebiasis is caused by the amoeba Entameaba histolytica, a parasite specific to humans.
Transmission: Transmission occurs via faeco-oral route, indirectly, usually through ingestion of food or drink contaminated with human faeces. The parasite can also be transmitted sexually through oral-anal contact.
Disease: Giardiasis is an intestinal infection that can be asymptomatic or lead to symptoms ranging from intermittent flatulence to chronic diarrhoea.
Cause: Giardiasis is caused by the flagellate protozoan parasite Giardia lamblia.
Transmission: Transmission occurs via the faecal-oral route, directly from person to person, or indirectly by ingestion of food or drinks contaminated by human faeces.
Disease: Hepatitis A is an inflammation of the liver caused by the hepatitis A virus. This infection occurs mostly in children and causes few symptoms in them. Adults usually develop jaundice.
Cause: Hepatitis A virus.
Transmission: Infection occurs through contact with sick people or consumption of contaminated food or water.
Disease: Hepatitis E is an inflammation of the liver caused by infection with the hepatitis E virus. Most people have no symptoms but people with reduced immunity can become seriously ill.
Cause: the hepatitis E virus. There are different types; type 3 occurs in Belgium.
Transmission: Infection occurs through consumption of contaminated food, such as pork and game.
Disease: Listeriosis is an infection of the gastrointestinal system. In high-risk people, this can progress to serious forms (a blood or brain infection) and sometimes even death. In pregnant women, the infection can cause miscarriage, premature birth or infection of the newborn child.
Cause: Gram-positive bacterium Listeria, more specifically L. monocytogeneses.
Transmission: The infection occurs through the ingestion of food contaminated with this pathogen.
Disease: Legionellosis is an infection of the lungs characterised by the following symptoms: high fever, cough, shortness of breath, chest pain, sometimes vomiting and diarrhoea. The disease can be severe, leading to death.
Cause: Legionellosis is caused by the Legionella bacterium. In more than 90% of cases in Belgium, legionellosis is caused by the species Legionella pneumophila.
Transmission: Transmission occurs through inhalation of contaminated aerosols. Legionella bacteria are mainly found in aquatic environments and damp soil. They develop in stagnant water at a temperature of 20-50°C. Legionella can be therefore be released into the air through aerosols, and be inhaled by humans. Devices that produce aerosols, such as cooling towers, showers, spas, humidifiers, are at risk.
Disease: Norovirus is a major cause of gastroenteritis (diarrhea and vomiting) in humans.
Cause: The virus is highly contagious.
Transmission: It is found in the stools and vomit of an infected person and can be transmitted from person to person. It is a common infection in Belgium, especially in winter.
Disease: Salmonellosis is a very common bacterial gastroenteritis (diarrhea and vomiting).
Cause: The Salmonella bacteria, which mainly infect the digestive tract.
Transmission: Salmonella enters humans through the mouth, mainly when food from infected animals is eaten raw or is undercooked.
Disease: Shigellosis is an acute inflammation of the intestines and is a major cause of dysentery (a severe form of diarrhoea with blood or mucus). The infection is highly contagious and generally short-lived, but intense.
Cause: Shigellosis is caused by the gram-negative bacterium Shigella, of which there are four species: Shigella dysenteriae, Shigella flexneri, Shigella boydii and Shigella sonnei.
Transmission: Transmission occurs by faecal-oral route, directly from person to person, or indirectly by ingestion of food or drinks contaminated with human faeces or by contact with contaminated material. Transmission can also occur via sexual contact, mainly between men who have sex with men.
Disease: Yersiniosis is an infection of the gastrointestinal system.
Cause: Gram-negative bacterium Yersinia, mostly Y. enterolitica and Y. pseudotuberculosis.
Transmission: This bacterium resides in animals and can infect humans through food.
Vaccinaties beschermen dieren en mensen tegen ziekten die ernstige gevolgen voor hun gezondheid kunnen hebben. Ze verkleint ook het risico en de intensiteit waarmee deze ziekten zich in de samenleving verspreiden. Sinds de introductie van vaccinatie zijn heel wat van deze ziekten zeldzaam geworden of zelfs helemaal verdwenen in België. Toch blijft het belangrijk om de situatie nauwgezet op te volgen (surveillance) en een hoge vaccinatiegraad te handhaven. Er bestaat altijd een risico van opflakkeringen, bijvoorbeeld doordat een ziekte vanuit het buitenland wordt binnengebracht of binnen groepen die onvoldoende gevaccineerd zijn. De surveillancegegevens worden ook gebruikt om beslissingen over de volksgezondheid te staven.
Het team surveilleert verschillende ziektes, die hieronder samen met een korte beschrijving worden opgesomd. Klik op Ga naar website om naar het relevante gezondheidsonderwerp op de Sciensano-webpagina te gaan, waar u het (de) laatste jaarverslag(en) vindt. Door te klikken op Selecteer in dashboard wordt de ziekte automatisch geselecteerd in het onderstaande dashboard.
Kinkhoest of pertussis is een uiterst besmettelijke infectieziekte, die wordt veroorzaakt door de bacterie Bordetella pertussis. Bij zeer jonge kinderen, voornamelijk kinderen jonger dan 6 maanden, kan de ziekte levensbedreigend zijn.
Om jonge kinderen te beschermen, worden zuigelingen in België sinds de jaren 90 systematisch tegen kinkhoest gevaccineerd. Sinds 2013 wordt ook aan zwangere vrouwen aangeraden zich te laten vaccineren.
Mazelen is een zeer besmettelijke infectieziekte, die zowel bij kinderen als bij volwassenen kan voorkomen en voor ernstige complicaties kan zorgen. De ziekte wordt vermeden door vaccinatie met twee dosissen.
Ze wordt veroorzaakt door het morbillivirus. Dit virus wordt overgedragen van mens op mens door direct of indirect contact met druppeltjes uit neus of mond (bijvoorbeeld door hoesten, niezen of aanraken van zakdoeken).
Bof is een besmettelijke, door vaccinatie te voorkomen virale ziekte, die de bovenste luchtwegen en speekselklieren aantast. De ziekte is meestal mild, maar complicaties kunnen voorkomen. Sinds 1985 worden kinderen in België systematisch gevaccineerd met een combinatievaccin tegen bof, mazelen en rodehond.
Ze wordt veroorzaakt door het bofvirus, dat tot de familie van de Paramyxoviridae behoort. Het virus wordt overgedragen via druppels in de lucht of direct contact met een geïnfecteerde persoon.
Rotavirussen veroorzaken acute gastro-enteritis, die ernstig kan zijn en bij jonge kinderen ziekenhuisopname noodzakelijk maakt. Ze zijn zeer besmettelijk en worden van mens op mens overgedragen via de fecaal-orale route. De infectie komt het vaakst voor bij kinderen van 6 tot 24 maanden. In België beveelt de Hoge Gezondheidsraad vaccinatie tegen het rotavirus aan voor alle zuigelingen.
Invasieve pneumokokkeninfecties worden veroorzaakt door de bacterie Streptococcus pneumoniae, ook gekend als pneumokok. Het is een ernstige ziekte waarbij de bacterie plaatsen infecteert die normaal gezien steriel zijn (bloed, hersenvlies, …). Jonge kinderen (<2 jaar), ouderen (>65 jaar) en personen met immuniteitsproblemen zijn het meest vatbaar.
Invasieve meningokokkenziekte wordt veroorzaakt door de bacterie Neisseria meningitidis, ook bekend als meningokokken. Het veroorzaakt ernstige hersenvliesontsteking (meningitis) en/of sepsis.
Er bestaan verschillende serogroepen, waarvan in Europa de serogroepen B, C, W en Y het meest voorkomen. Kinderen onder de 5 jaar, in het bijzonder kinderen onder de 1 jaar, worden vooral getroffen door deze infectie. In tegenstelling tot serogroep B maakt vaccinatie tegen meningokokken ACWY deel uit van het basisvaccinatieschema. Vaccinatie tegen meningokokken B wordt op individuele basis aanbevolen door de Hoge Gezondheidsraad.
Les vaccinations protègent les animaux et les personnes contre des maladies qui peuvent avoir de graves conséquences pour leur santé. Elle réduit également le risque et l’intensité de la propagation de ces maladies dans la communauté. Depuis l’introduction de la vaccination, quantité de ces maladies sont devenues rares, voire absentes en Belgique. Néanmoins, il reste important de suivre de près la situation (au travers d’une surveillance) et de maintenir un taux de vaccination élevé. Un risque de poussée épidémique subsiste, par exemple après une importation de l’étranger ou dans des groupes insuffisamment vaccinés. Les données de surveillance sont également utilisées pour soutenir les décisions de santé publique.
L'équipe effectue la surveillance de plusieurs maladies, qui sont présentées ci-dessous avec une courte description. Vous pouvez cliquer sur Consulter site internet pour accéder au sujet de santé correspondant sur la page web Sciensano, où vous trouverez le(s) dernier(s) rapport(s) annuel(s). En cliquant sur Sélectionner dans le dashboard, la maladie est automatiquement sélectionnée dans le dashboard ci-dessous.
La coqueluche est une maladie infectieuse très contagieuse causée par la bactérie Bordetella pertussis. Chez les très jeunes enfants, surtout chez les bébés de moins de six mois, la maladie peut engager le pronostic vital.
Pour protéger les jeunes enfants, la Belgique les vaccine systématiquement contre la coqueluche depuis les années 90. Depuis 2013, la vaccination est également conseillée aux femmes enceintes.
La rougeole est une maladie infectieuse très contagieuse qui peut survenir chez les enfants et les adultes, et causer de graves complications. Cette maladie est évitée par la vaccination à deux doses. Elle est causée par le morbillivirus. Ce virus se transmet d’une personne à l’autre par contact direct ou indirect avec des gouttelettes provenant du nez ou de la bouche (par exemple en toussant, en éternuant ou en touchant les mouchoirs).
Les oreillons sont une maladie virale contagieuse qui affecte les voies respiratoires supérieures et les glandes salivaires et qui peut être évitée par un vaccin. La maladie est généralement bénigne, mais des complications peuvent survenir. Depuis 1985, les enfants belges sont systématiquement vaccinés en Belgique avec un vaccin combiné contre les oreillons, la rougeole et la rubéole.
Cette maladie est causée par le virus des oreillons, qui appartient à la famille des Paramyxoviridae. Le virus se transmet par gouttelettes d’air ou par contact direct avec un sujet infecté.
Les infections invasives à pneumocoques sont causées par la bactérie Streptococcus pneumoniae, aussi connue sous le nom de « pneumocoque ». C’est une maladie grave dans le cadre de laquelle la bactérie infecte des endroits normalement stériles (sang, méninges, etc.). Les jeunes enfants (de moins de deux ans), les personnes âgées (de plus de 65 ans) et les personnes immunodéficientes sont les plus vulnérables.
Les infections invasives à méningocoques sont causées par la bactérie Neisseria meningitidis, également connue sous le nom de méningocoque. Elle provoque une méningite grave et/ou une septicémie.
Il existe différents sérogroupes, les sérogroupes B, C, W et Y étant les plus courants en Europe. Les enfants de moins de 5 ans, et surtout ceux de moins d'un an, sont particulièrement touchés par cette infection. Contrairement au sérogroupe B, la vaccination contre le méningocoque ACWY fait partie du calendrier de vaccination de base. La vaccination contre le méningocoque B est recommandée par le Conseil Supérieur de la Santé sur une base individuelle.
Vaccinations protect animals and people against diseases that can have serious consequences for their health. It also reduces the risk and intensity of these diseases spreading in the community. Since the introduction of vaccination, many of these diseases have become rare or even absent in Belgium. Nevertheless, it remains important to monitor the situation closely (surveillance) and to maintain a high vaccination coverage. There is always a risk of flare ups, for instance after importation from abroad or in groups that have been insufficiently vaccinated. The surveillance data are also used to support public health decisions.
The team conducts surveillance for various diseases, which are outlined below together with a short description. You can click on Go to website to go to the relevant Health Topic on the Sciensano webpage, where you will find the latest yearly report(s). By clicking on Select in dashboard the disease is automatically selected in the dashboard below.
Whooping cough, or pertussis, is an extremely contagious disease, which is caused by the bacteria Bordetella pertussis. In very young children, particularly those under 6 months old, the disease can be life-threatening.
To protect young children, infants in Belgium have been systematically vaccinated against whooping cough since the 90s. Since 2013, pregnant women have also been advised to have the vaccination.
Measles is a highly contagious infectious disease, which can occur in both children and adults and can cause serious complications. The disease is avoided by vaccination with two doses.
It is caused by the morbillivirus. This virus is transmitted from person to person by direct or indirect contact with droplets from nose or mouth (e.g. coughing, sneezing or touching handkerchiefs).
Mumps is a contagious vaccine preventable viral disease, affecting the upper respiratory tract and salivary glands. The disease is mostly mild, but complications may occur. Since 1985, children in Belgium are systematically vaccinated with a combined vaccine against mumps, measles and rubella.
It is caused by the mumps virus, which belongs to the Paramyxoviridae family. The virus is transmitted through air droplets or direct contact with an infected subject.
Rotaviruses cause acute gastroenteritis, which can be severe and require hospitalisation in very young children. They are extremely contagious and are transmitted from person to person by the faecal-oral route. The infection is most common in young children aged 6 to 24 months. In Belgium, the Superior Health Council recommends vaccination against rotavirus for all infants.
Invasive pneumococcal infections are caused by the bacteria Streptococcus pneumoniae, also known as pneumococcus. It is a severe illness whereby the bacteria infect parts that are usually sterile (blood, brain tissue, etc.) Young children (<2 years old), the elderly (>65 years old) and people with immune disorders are the most vulnerable.
Invasive meningococcal disease is caused by the bacteria Neisseria meningitidis, also known as meningococcus. It causes severe meningitis and/or septicaemia.
Different serogroups exist, with serogroups B, C, W and Y being the most common ones in Europe. Children under the age of 5, especially those under the age of 1, are particularly affected by this infection. Unlike serogroup B, vaccination against meningococcus ACWY is part of the basic vaccination schedule. Vaccination against meningococcus B is recommended by the Superior Health Council on an individual basis.
Seksueel overdraagbare infecties (soi’s) zijn infecties die hoofdzakelijk worden overgedragen tijdens seksueel contact (oraal, vaginaal en anaal). Sommige soi’s kunnen ook worden overgedragen door huidcontact, van moeder op kind tijdens de zwangerschap en de bevalling of via het bloed (vb. gebruik van intraveneuze drugs). Vaak veroorzaken soi’s geen symptomen, maar als ze niet behandeld worden, kunnen ze wel verder doorgegeven worden. In sommige gevallen kunnen ze ook tot ernstige gezondheidsproblemen leiden zoals bijvoorbeeld onvruchtbaarheid.
Het team surveilleert verschillende ziektes, die hieronder samen met een korte beschrijving worden opgesomd. Klik op Ga naar website om naar het relevante gezondheidsonderwerp op de Sciensano-webpagina te gaan, waar u het (de) laatste jaarverslag(en) vindt. Door te klikken op Selecteer in dashboard wordt de ziekte automatisch geselecteerd in het onderstaande dashboard.
Chlamydia is een seksueel overdraagbare infectie (soi) die door de bacterie Chlamydia trachomatis wordt veroorzaakt. Chlamydia is de meest gediagnosticeerde soi in België en in Europa en wordt het meest bij jonge vrouwen vastgesteld. Een infectie leidt niet tot immuniteit, wat betekent dat iemand die besmet en genezen is, later opnieuw besmet kan raken.
Gonorroe is een seksueel overdraagbare infectie (soi) die wordt veroorzaakt door de bacterie Neisseria gonorrhoeae en wordt voornamelijk bij mannen vastgesteld. Een infectie kan zonder symptomen verlopen, maar leidt nooit tot immuniteit, wat betekent dat iemand die besmet is en genezen, later opnieuw besmet kan raken.
Syfilis is een seksueel overdraagbare infectie (soi) die door de bacterie Treponema pallidum wordt veroorzaakt en wordt voornamelijk vastgesteld bij mannen die seks hebben met mannen. Syfilis wekt geen immuniteit op, wat betekent dat iemand die besmet en genezen is, later opnieuw besmet kan raken.
Les infections sexuellement transmissibles (IST) sont des infections transmises principalement lors de contacts sexuels (oraux, vaginaux et anaux). Certaines IST peuvent également être transmises par contact cutané, de la mère à l’enfant pendant la grossesse et l’accouchement, ou par le sang (ex. utilisation de drogues intraveineuses). Souvent, les IST ne provoquent pas de symptômes, mais si elles ne sont pas traitées, elles peuvent être transmises à d’autres personnes. Dans certains cas, elles peuvent également entraîner de graves problèmes de santé, tels que l’infertilité.
L'équipe effectue la surveillance de plusieurs maladies, qui sont présentées ci-dessous avec une courte description. Vous pouvez cliquer sur Consulter site internet pour accéder au sujet de santé correspondant sur la page web Sciensano, où vous trouverez le(s) dernier(s) rapport(s) annuel(s). En cliquant sur Sélectionner dans le dashboard, la maladie est automatiquement sélectionnée dans le dashboard ci-dessous.
La Chlamydia est une infection sexuellement transmissible (IST) provoquée par la bactérie Chlamydia trachomatis. Elle touche particulièrement les jeunes femmes entre 15 et 34 ans. La Chlamydia est l’IST la plus fréquemment diagnostiquée en Belgique et en Europe. Elle ne génère pas d’immunité. Une personne infectée et guérie peut être réinfectée ultérieurement. Les symptômes peuvent ne jamais apparaître alors qu'on a été infecté.
La gonorrhée est une infection sexuellement transmissible (IST) causée par la bactérie Neisseria gonorrhoeae et est principalement diagnostiquée chez les hommes. L'infection peut être asymptomatique mais n'entraîne jamais d'immunité, ce qui signifie qu'une personne infectée et guérie peut à nouveau être infectée par la suite.
La syphilis est une infection sexuellement transmissible (IST) causée par la bactérie Treponema pallidum et qui touche principalement les hommes ayant des rapports sexuels avec des hommes. La syphilis ne génère pas d'immunité, ce qui signifie qu'une personne infectée et guérie peut être réinfectée par la suite.
Sexually transmitted infections (STIs) are infections transmitted primarily during sexual contact (oral, vaginal and anal). Some STIs can also be transmitted through skin contact, from mother-to-child during pregnancy and childbirth, or through blood (e.g. use of intravenous drugs). Often, STIs do not cause symptoms, but if left untreated, they can be passed on to others. In some cases, they can also lead to serious health problems, such as infertility.
The team conducts surveillance for various diseases, which are outlined below together with a short description. You can click on Go to website to go to the relevant Health Topic on the Sciensano webpage, where you will find the latest yearly report(s). By clicking on Select in dashboard the disease is automatically selected in the dashboard below.
Chlamydia is a sexually transmitted infection (STI) caused by the bacterium Chlamydia trachomatis. Chlamydia is the most frequently diagnosed STI in Belgium and Europe and particularly affects young women. It does not generate immunity, which means that someone who has been cured can become reinfected afterwards.
Gonorrhoea is a sexually transmitted infection (STI) caused by the bacterium Neisseria gonorrhoeae and is mainly diagnosed in men. Infection can go without symptoms but never leads to immunity, meaning that someone who is infected and cured can later become infected again.
Syphilis is a sexually transmitted infection (STI) caused by the bacterium Treponema pallidum and mainly affects men who have sex with men. Syphilis does not generate immunity, which means that someone who is infected and cured can later become re-infected.
Vectoroverdraagbare ziekten zijn infectieziekten veroorzaakt door bacteriën, parasieten en virussen, die door besmette geleedpotige vectoren worden overgedragen, zoals muggen, teken, zandvliegen en vlooien. Vectoren kunnen ziektekiemen overbrengen van dieren op mensen en onderling tussen mensen en dieren. De aanwezigheid van de ziekten is afhankelijk van de aanwezigheid van vectoren en van dierlijke/menselijke reservoirs, hetgeen door vele factoren wordt beïnvloed, zoals klimaatverandering, internationale reizen, handel en landgebruik.
In Europa wordt de hoogste ziektelast door vectoroverdraagbare ziekten bij mensen veroorzaakt door ziekten die door teken worden overgedragen, zoals Lyme borreliose. Maar door muggenoverdraagbare ziekten zijn in opkomst.
Het team surveilleert verschillende ziektes, die hieronder samen met een korte beschrijving worden opgesomd. Klik op Ga naar website om naar het relevante gezondheidsonderwerp op de Sciensano-webpagina te gaan, waar u het (de) laatste jaarverslag(en) vindt. Door te klikken op Selecteer in dashboard wordt de ziekte automatisch geselecteerd in het onderstaande dashboard.
Bartonellose komt in België vooral voor in de vorm van kattenkrabziekte, een infectieziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie Bartonella henselae, overgedragen door de beet of krab van een geïnfecteerde kat.
Psittacose is een zoönose veroorzaakt door de bacterie Chlamydia psittaci, die veel voorkomt bij bepaalde vogelsoorten. Mensen worden besmet door blootstelling aan uitwerpselen en afscheidingen van besmette vogels. Door onderdiagnose en onderrapportering wordt de incidentie van de ziekte onderschat.
De ziekte van Lyme of borreliose is een infectieziekte die op de mens wordt overgedragen door de beet van een teek die geïnfecteerd is met de bacterie Borrelia burgdorferi sensu lato. Het is de meest voorkomende ziekte die door vectoren wordt overgedragen in België.
Tekenencefalitis is een ziekte die wordt veroorzaakt door een virus, dat overgedragen wordt via de beet van een besmette teek. Overdracht van het virus kan ook gebeuren door het drinken van melk en niet-gepasteuriseerde zuivelproducten van besmette runderen, schapen en geiten.
Anaplasmose is een infectie veroorzaakt door de bacterie Anaplasma phagocytophilum, die op mensen wordt overgedragen door een tekenbeet. Door de aspecifieke symptomatologie wordt het belang van de ziekte waarschijnlijk onderschat.
Leptospirose is een zoönose, veroorzaakt door bacteriën van het geslacht Leptospira. De belangrijkste natuurlijke reservoirs van de bacterie zijn kleine knaagdieren (ratten, muizen), boerderijdieren (runderen, geiten, paarden, varkens) en huisdieren (honden, katten). Al deze dieren scheiden leptospiren uit in de urine. Mensen worden besmet via de huid of de slijmvliezen (mond, neus, ogen), door contact met vervuild water of vervuilde grond, of door direct contact met een besmet dier.
Rickettsiosen zijn vectoroverdraagbare aandoeningen veroorzaakt door bacteriën van het geslacht Rickettsia. De meeste rickettsiosen worden overgedragen door vectoren via de huid (vlooien, luizen, mijten en teken), maar soms vindt overdracht plaats door inademing van de bacterie of via het bindvlies. De meest gekende rickettsiose is vlektyfus.
Brucellose is een zoönose veroorzaakt door bacteriën van het geslacht Brucella. Menselijke besmetting wordt voornamelijk veroorzaakt door het drinken van besmette melk van kleine herkauwers. Een infectie veroorzaakt een griepachtig syndroom (koorts, gewrichtspijn, enz.), waarbij ernstige complicaties zoals endocarditis, encefalitis of artritis kunnen optreden.
Q-koorts is een zoönose die wordt veroorzaakt door de bacterie Coxiella burnetii. De infectie wordt voornamelijk overgedragen door inhalatie van besmette zwevende deeltjes in de lucht.De ziekte is wereldwijd verspreid en treft verschillende diersoorten, zoals gedomesticeerde en wilde zoogdieren (schapen, geiten, runderen, katten, honden, hertachtigen en knaagdieren).
Echinokokkose is een parasitaire zoönose die wordt veroorzaakt door een infectie met lintwormen van het geslacht Echinococcus. De twee belangrijkste menselijke vormen van de ziekte zijn cystische echinokokkose, veroorzaakt door Echinococcus granulosus species complex, en alveolaire echinokokkose, veroorzaakt door Echinococcus multilocularis. Enkel die laatste is endemisch in België.
Hantavirose is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door een hantavirus (familie Hantaviridae). Knaagdieren zijn de natuurlijke gastheren van het virus, waarbij het soort hantavirus verschilt per knaagdiersoort. De overdracht van het virus naar mensen gebeurt voornamelijk via het inademen van virusdeeltjes dat in besmette uitwerpselen of speeksel zit. In Europa veroorzaken hantavirussen hemorragische koorts met een renaal syndroom. In België worden de meeste hantavirusinfecties veroorzaakt door het Puumalavirus.
Leishmaniasis is een ziekte die wordt veroorzaakt door een eencellige parasiet (protozoa) van het geslacht Leishmania, die op mensen wordt overgedragen door beten van zandvliegen. De symptomen bij de mens hangen af van de ernst van de infectie en het type leishmaniasis. Er zijn drie hoofdvormen van leishmaniasis: cutane, mucocutane en viscerale leishmaniasis.
Tularemie, ook bekend als konijnenkoorts, is een infectieziekte veroorzaakt door de bacterie Francisella tularensis. Mensen kunnen besmet raken door direct of indirect contact met geïnfecteerde dieren of door een insectenbeet. De eerste symptomen lijken meestal op die van griep, met koorts, hoofdpijn, spierpijn en keelpijn. Het verdere verloop is afhankelijk van de manier waarop de bacteriën in het lichaam zijn binnengedrongen.
Rabiës is een zoönose die door een virus van de familie van de Rhabdoviridae wordt veroorzaakt. Besmette dieren geven het virus door via bijten, krabben, likken of door contact met een wonde. Zowel bij mensen als bij dieren veroorzaakt het rabiësvirus encefalitis (hersenontsteking), dat altijd dodelijk is. In België blijft de illegale import van honden uit besmette landen de grootste bedreiging.
Chikungunya is een besmettelijke ziekte die wordt overgedragen door muggen en veroorzaakt door het chikungunyavirus. De ziekte komt voor in bepaalde gebieden van Zuid-Amerika, de Caraïben, Azië en Afrika. In België worden alleen geïmporteerde gevallen gediagnosticeerd bij reizigers uit gebieden waar het virus circuleert.
Dengue (of knokkelkoort) is een infectieziekt die overgedragen wordt door muggen, veroorzaakt door het denguevirus, waarvan vier serotypes (een soort varianten) bestaan (DENV 1, DENV 2, DENV 3, en DENV 4). De ziekte is wijdverspreid in de tropische en subtropische gebieden. Nu de tijgermug is gevestigd in Zuid-Europa, doen zich daar vaker uitbraken van dengue voor. In België worden alleen geïmporteerde gevallen gediagnosticeerd bij reizigers uit gebieden waar het virus circuleert.
Zika is een ziekte die wordt overgedragen door muggen en die wordt veroorzaakt door het zikavirus. Het virus is ontstaan in Afrika en heeft zich sindsdien verspreid naar Zuidoost-Azië en enkele eilanden in de Stille Oceaan. In België worden alleen geïmporteerde gevallen gediagnosticeerd bij reizigers uit gebieden waar het virus circuleert.
Gele koorts is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door het gelekoortsvirus, overgdragen door muggen. De ziekte komt alleen voor in tropische gebieden van Afrika en Zuid-Amerika.
Westnijlkoorts wordt veroorzaakt door het westnijlvirus (WNV), een Flavivirus dat wordt overgedragen door de beet van een besmette mug. Het virus komt voornamelijk voor bij vogels (trekvogels) en kan op de mens worden overgedragen door bepaalde soorten muggen van het geslacht Culex, waartoe ook de huissteekmug behoort. Naast de mens kunnen ook zoogdieren zoals paarden worden besmet, maar dit zijn toevallige gastheren, want de transmissiecyclus vindt alleen plaats tussen vogels en muggen.
Pest is een ziekte bij mens en dier die wordt veroorzaakt door de bacterie Yersinia pestis. De pestbacterie is berucht om de pandemie die ze in de 14e eeuw veroorzaakte, de ‘Zwarte Dood’ genaamd. De ziekte is in West-Europa al meer dan 80 jaar niet meer voorgekomen, maar wordt in sommige delen van de wereld nog wel aangetroffen. Mensen worden besmet door de beet van besmette vlooien, door onbeschermd contact met besmettelijke lichaamsvloeistoffen of besmette materialen of door inademing van ademhalingsdruppels van een patiënt met longpest.
Miltvuur (antrax) is een zoönose, veroorzaakt door de bacterie Bacillus anthracis. De ziekte komt voor bij gedomesticeerde en wilde dieren (voornamelijk herbivoren, zoals geiten, schapen, runderen, paarden en varkens). Mensen kunnen de ziekte krijgen door contact met besmette dieren of besmette dierlijke producten. De infectie wordt meestal overgedragen via de huid en zeer zelden via de luchtwegen of het maag-darmkanaal. Gezien de besmettelijke aard van antraxsporen via de luchtwegen en het hoge sterftecijfer door inhalatieantrax, werd overwogen om het als biologisch wapen te gebruiken.
Malaria is een infectieziekte veroorzaakt door de parasiet Plasmodium, die wordt overgedragen door muggen. Vijf verschillende soorten van de malariaparasiet veroorzaken infecties bij de mens. Deze soorten komen voor in alle (sub)tropische gebieden van de wereld. In België gaat het voornamelijk om een geïmporteerde ziekte d.w.z. opgelopen door reizigers tijdens een verblijf in het buitenland. Sporadisch worden er ook mensen in België zelf geïnfecteerd, door de beet van een besmette geïmporteerde exotische mug (airport malaria).
Les maladies à transmission vectorielle sont des maladies causées par des bactéries, des parasites et des virus qui sont transmis par la piqûre d’arthropodes vecteurs infectés, tels que les moustiques, les tiques, les phlébotomes et les puces. Les vecteurs peuvent transmettre des agents pathogènes des animaux aux humains, entre humains et entre animaux. La présence des maladies dépend de la présence de vecteurs et de réservoirs animaux/humains, ce qui est influencé par de nombreux facteurs, tels que le changement climatique, les voyages internationaux, le commerce et l’utilisation des terres.
En Europe, le plus grand fardeau de maladies à transmission vectorielle chez l’homme est causé par les maladies transmises par les tiques, telles que la borréliose de Lyme. Mais des maladies transmises par les moustiques sont émergentes.
L'équipe effectue la surveillance de plusieurs maladies, qui sont présentées ci-dessous avec une courte description. Vous pouvez cliquer sur Consulter site internet pour accéder au sujet de santé correspondant sur la page web Sciensano, où vous trouverez le(s) dernier(s) rapport(s) annuel(s). En cliquant sur Sélectionner dans le dashboard, la maladie est automatiquement sélectionnée dans le dashboard ci-dessous.
En Belgique, la bartonellose se présente principalement sous la forme de la maladie des griffes du chat, qui est une maladie infectieuse causée par la bactérie Bartonella henselae, transmise par la morsure ou la griffure d’un chat infecté.
La psittacose est une zoonose causée par la bactérie Chlamydia psittaci, très présente chez certains types d’oiseaux. L’homme est infecté par une exposition aux excréments et aux sécrétions d’oiseaux infectés. En raison du sous-diagnostic et de la sous-déclaration, l’incidence de la maladie est sous-estimée.
La maladie de Lyme ou borréliose est une maladie infectieuse transmise à l’homme par une morsure de tique infectée par la bactérie Borrelia burgdorferi sensu lato. Il s'agit de la maladie vectorielle la plus fréquente en Belgique.
L’encéphalite à tique est une maladie causée par un virus, transmis par morsure par une tique infectée. La transmission du virus est également possible par l’ingestion de lait et de produits laitiers non pasteurisés de bovins, d’ovins et de caprins infectés.
L’anaplasmose est une infection causée par la bactérie Anaplasma phagocytophilum, qui est transmise à l’homme par morsure de tique. En raison d’une symptomatologie non spécifique, l’importance de la maladie est probablement sous-estimée.
La leptospirose est une zoonose, causée par les bactéries du genre Leptospira. Les principaux réservoirs naturels de la bactérie sont les petits rongeurs (rats, souris), les animaux d’élevage (bovins, caprins, chevaux, porcs) et les animaux de compagnie (chiens, chats). Tous ces animaux excrètent les leptospires dans les urines. L’homme se contamine via la peau ou les muqueuses (bouche, nez, yeux) par contact avec de l’eau ou des sols souillés, ou par contact direct avec un animal infecté.
Les rickettsioses sont des maladies à transmission vectorielle causées par des bactéries du genre Rickettsia. La plupart des rickettsioses sont transmises par des vecteurs via la peau (puces, poux, acariens et tiques), mais la transmission se fait parfois par inhalation de la bactérie ou via la conjonctive. La rickettsiose la plus connue est le typhus exanthématique.
La brucellose est une zoonose, causée par les bactéries du genre Brucella. L'homme se contamine principalement par l'ingestion de lait de petits ruminants infectés. Une infection provoque un syndrome grippal (fièvre, douleurs articulaires, etc.), pouvant entraîner de graves complications comme une endocardite, une encéphalite ou encore une arthrite.
La fièvre Q est une zoonose, causée par la bactérie Coxiella burnetii. La transmission de l’infection se fait principalement par voie aérienne, lors de l’inhalation de particules contaminées en suspension dans l’air. La maladie es répantdue dans le monde entier et est détectée chez différentes espèces d’animaux, comme les mammifères domestiques et sauvages (moutons, chèvres, bovins, chats, chiens, cervidés et rongeurs).
L’échinococcose est une zoonose parasitaire causée par une infection par des ténias du genre Echinococcus. Les deux principales formes humaines de la maladie sont l’échinococcose kystique, causée par le complexe d’espèces d’Echinococcus granulosus, et l’échinococcose alvéolaire, causée par Echinococcus multilocularis. Seule cette dernière est endémique en Belgique.
L’hantavirose est une maladie infectieuse causée par le hantavirus (famille des Hantaviridae). Les rongeurs sont les hôtes naturels du virus, et le type de hantavirus diffère selon l’espèce de rongeur. La transmission du virus à l’homme se produit essentiellement via la respiration de particules virales qui se trouvent dans des excréments ou la salive. En Europe, les hantavirus provoquent une fièvre hémorragique avec un syndrome rénal. En Belgique, les infections à hantavirus sont généralement causées par le virus de Puumala.
La leishmaniose est une maladie causée par un parasite unicellulaire (protozoaires) du genre Leishmania, transmise à l’homme par des piqûres de phlébotomes. Les symptômes chez l’homme dépendent de la gravité de l’infection et du type de leishmaniose. On distingue trois formes de leishmaniose : la leishmaniose cutanée, mucocutanée et viscérale.
La tularémie, également connue sous le nom de fièvre du lapin, est une maladie infectieuse causée par la bactérie Francisella tularensis. L'homme peut être infecté par contact direct ou indirect avec des animaux infectés ou par une piqûre d'insecte. Les premiers symptômes ressemblent généralement à ceux de la grippe, à savoir fièvre, maux de tête, douleurs musculaires et maux de gorge. L'évolution de la maladie dépend de la façon dont les bactéries sont entrées dans le corps humain.
La rage est une zoonose causée par un virus de la famille des Rhabdoviridae. Les animaux infectés transmettent le virus lors d’une morsure, d’une égratignure, d’un léchage ou d’un contact avec une plaie. Chez l’homme comme chez l’animal, le virus rabique provoque une encéphalite (inflammation du cerveau) toujours mortelle. En Belgique, l’importation illégale de chiens en provenance de pays infectés reste la principale menace.
Le chikungunya est une maladie infectieuse transmise par les moustiques et causée par le virus du chikungunya. La maladie est présente dans certaines régions d’Amérique du Sud, des Caraïbes, d’Asie et d’Afrique. En Belgique,jusqu'à présent seuls des cas importés sont diagnostiqués chez des voyageurs provenant de régions où le virus circule.
La dengue est une maladie infectieuse transmise par des moustiques, causée par le virus de la dengue, dont il existe quatre sérotypes (DENV-1, DENV-2, DENV-3 et DENV-4). La maladie est répandue dans les régions tropicales et subtropicales. Maintenant que le moustique tigre est installé dans le sud de l’Europe, des épidémies de dengue s’y produisent régulièrement. En Belgique, jusqu'à présent seul des cas importés sont diagnostiqués chez des voyageurs provenant de régions ou le virus circule.
Le Zika est une maladie transmises par des moustiques et causée par le virus Zika. Le virus est originaire d’Afrique et s’est depuis répandu en Asie du Sud-Est et dans certaines îles du Pacifique. En Belgique, seul des cas importés sont diagnostiqués chez des voyageurs provenant de régions où le virus circule.
La fièvre jaune est une maladie infectieuse causée par le virus de la fièvre jaune, transmise par les moustiques. La maladie n’est présente que dans les régions tropicales d’Afrique et d’Amérique du Sud.
La fièvre du Nil occidental est causée par le virus du Nil occidental (VNO), un Flavivirus transmis par des piqûres de moustiques infectés. Le virus se trouve principalement chez les oiseaux (migrateurs) et peut être transmis à l’homme par certaines espèces de moustiques du genre Culex, à laquelle appartient également le moustique domestique. Outre l’homme, les mammifères tels que les chevaux peuvent également être infectés, cependant ceux-ci sont des hôtes accidentels; le cycle de transmission se fait uniquement entre oiseaux et moustiques.
La peste est une maladie humaine et animale causée par la bactérie Yersinia pestis. Elle est connue pour avoir causé la pandémie de peste noire au XIVe siècle. La maladie ne s’est plus manifestée en Europe occidentale depuis plus de 80 ans, mais elle est encore présente dans certaines parties du monde. L’homme est infecté par la piqûre de puces infectées, par un contact non protégé avec des fluides corporels infectieux ou des matières contaminées ou par l’inhalation de gouttelettes respiratoires d’un patient atteint de peste pneumonique.
La maladie du charbon (anthrax) est une zoonose, causée par la bactérie Bacillus anthracis. Elle se manifeste chez les animaux domestiques et sauvages (principalement les herbivores, comme les chèvres, les moutons, les bovins, les chevaux et les porcs). L’homme peut devenir malade suite à un contact avec des animaux infectés ou des produits d’origine animale contaminés. L’infection se transmet généralement par voie cutanée et très rarement par voie respiratoire ou gastro-intestinale. Vu le caractère infectieux des spores de charbon par voie respiratoire et le taux de mortalité élevé engendré par le charbon inhalatoire, cette maladie figure sur la liste des armes biologiques potentielles.
Le paludisme est une maladie infectieuse causée par le parasite Plasmodium, transmis par les moustiques. Cinq espèces différentes du parasite sont à l’origine des infections humaines. Ces espèces sont réparties dans toutes les régions (sub)tropicales du monde. En Belgique il s'agit principalement d'une maladie d’importation, c’est-à-dire contractée par des voyageurs lors de séjours à l’étranger. Sporadiquement, une personne est infectée sur le territoire par un moustique exotique infecté importé (malaria d'aéroport).
Vector-borne diseases are diseases caused by bacteria, parasites and viruses that are transmitted by the bite of mosquitos, ticks, sand flies and fleas. Vectors can transmit pathogens from animals to humans, between humans and between animals. The presence of the diseases depends on the presence of vectors and animal/human reservoirs, which is influenced by many factors, such as climate, international travel, trade and land use.
In Europe, the highest disease burden of vector-borne diseases in humans is caused by tick-borne diseases, such as Lyme borreliosis. But mosquito-borne diseases are emerging.
The team conducts surveillance for various diseases, which are outlined below together with a short description. You can click on Go to website to go to the relevant Health Topic on the Sciensano webpage, where you will find the latest yearly report(s). By clicking on Select in dashboard the disease is automatically selected in the dashboard below.
In Belgium, bartonellosis occurs mainly in the form of cat scratch disease which is an infectious disease caused by the bacterium Bartonella henselae, transmitted through the bite or scratch from an infected cat.
Psittacosis is a zoonosis caused by the bacterium Chlamydia psittaci, common in certain types of birds. Humans get infected through exposure to droppings and secretions of infected birds. Due to under-diagnosis and under-reporting, the incidence of the disease is underestimated.
Lyme disease, or Lyme borreliosis, is an infectious disease transmitted to humans through the bite of a tick infected with the bacterium Borrelia burgdorferi sensu lato. It is the most frequent vector-borne disease in Belgium.
Tick-borne encephalitis is a disease caused by a virus, transmitted by the bite of an infected tick. Transmission is also possible through ingestion of unpasteurized milk and milk products from infected cattle, sheep and goats.
Anaplasmosis is an infection caused by the bacterium Anaplasma phagocytophilum, which is transmitted to humans through tick bites. Due to non-specific symptomatology, the prevalence of the disease is probably underestimated.
Leptospirosis is a zoonosis, caused by bacteria of the genus Leptospira. The main natural reservoirs for the bacterium are small rodents (rats, mice), livestock (cattle, goats, horses, pigs) and pets (dogs, cats). All these animals excrete leptospires in their urine. Humans become contaminated via the skin or mucous membranes (mouth, nose, eyes) through contact with water or contaminated soil, or through direct contact with an infected animal.
Rickettsioses are vector-borne diseases caused by bacteria of the Rickettsia genus. Although most rickettsioses are transmitted by vectors through the skin (fleas, lice, mites and ticks), transmission sometimes occurs by inhaling the bacterium or via the conjunctiva. The most well-known rickettsiosis is typhus.
Brucellosis is a zoonosis caused by bacteria of the Brucella genus. Humans get mainly contaminated by ingestion of milk from infected small ruminant. The infection causes an influenza-like illness (fever, joint pain, etc.), which can lead to serious complications such as endocarditis, encephalitis or arthritis.
Q fever is a zoonosis, caused by the Coxiella burnetii bacterium. Transmission of the infection is mainly by airborne inhalation of airborne particulate matter. The disease is widespread throughout the world and is detected in different animal species, such as domestic and wild mammals (sheep, goats, cattle, cats, dogs, deer and rodents).
Echinococcosis is a parasitic zoonosis caused by an infection with tapeworms of the genus Echinococcus. The two main human forms of the disease are cystic echinococcosis, caused by Echinococcus granulosus species complex, and alveolar echinococcosis, caused by Echinococcus multilocularis. Only the latter is endemic in Belgium.
Hantavirosis is an infectious disease caused by a hantavirus (Hantaviridae family). Rodents are the natural hosts of the virus, with the type of hantavirus varying according to the species of rodent. The transmission of the virus to humans occurs mainly through inhalation of virus particles contained in contaminated feces or saliva. In Europe, hantaviruses, cause haemorrhagic fever with a renal syndrome. In Belgium, hantavirus infections are mainly caused by the Puumala virus.
Leishmaniasis is a disease caused by a one-celled parasite (protozoa) of the genus Leishmania, which is transmitted to humans by sand fly bites. Symptoms in humans depend on the severity of the infection and the type of leishmaniasis. Three main forms can be distinguished: cutaneous, mucocutaneous and visceral leishmaniasis.
Tularaemia, also known as rabbit fever, is an infectious disease caused by the bacterium Francisella tularensis. People can become infected through direct or indirect contact with infected animals or through an insect bite. The initial symptoms usually resemble those of flu, with fever, headache, muscle ache and sore throat. The further course depends on how the bacteria entered the body.
Rabies is a zoonosis caused by a virus from the Rhabdoviridae family. Infected animals transmit the virus through a bite, a scratch, a lick or contact with a wound. In humans as in animals, the rabies virus causes encephalitis (inflammation of the brain) which is always fatal. In Belgium, the main threat still comes from the illegal importation of dogs from infected countries.
Chikungunya is an infectious disease transmitted by mosquitoes and caused by the chikungunya virus. The disease is present in parts of South America, the Caribbean, Asia and Africa. In Belgium, up to now only imported cases are diagnosed in travellers from regions where the virus circulates.
Dengue is an infectious disease transmitted by mosquitoes, caused by the dengue virus. There are four serotypes of the virus (DENV-1, DENV-2, DENV-3 and DENV-4). The disease is widespread in tropical and sub-tropical regions. With the tiger mosquito being established in southern Europe, outbreaks of dengue regularely occur there. In Belgium, up to now only imported cases are diagnosed in travellers from regions where the virus circulates.
Zika is an infectious disease transmitted by mosquitoes and caused by the Zika virus. The virus originated in Africa and has since spread to Southeast Asia and some Pacific islands. In Belgium, only imported cases are diagnosed in travellers from regions where the virus circulates.
Yellow fever is an infectious disease caused by the yellow fever virus, transmitted by mosquitoes. The disease is only present in tropical regions of Africa and South America.
West Nile fever is caused by the West Nile virus (WNV), a Flavivirus transmitted by the bites of infected mosquitoes. The virus is mainly found in (migratory) birds and can be transmitted to humans by certain species of mosquitoes of the genus Culex. In addition to humans, mammals such as horses can also be infected, though these are accidental hosts because the transmission cycle is only between birds and mosquitoes.
Plague is a human and animal disease caused by the bacteria Yersinia pestis. It is notorious for causing the Black Death pandemic in the 14th century. The disease has not occurred in Western Europe in more than 80 years, but it is still found in some parts of the world. Humans get infected through the bite of infected fleas, through unprotected contact with infectious body fluids or contaminated materials or by inhalation of respiratory droplets from a patient with pneumonic plague.
Anthrax is a zoonotic disease caused by the bacterium Bacillus anthracis. It occurs in domestic and wild animals (mainly herbivores, such as goats, sheep, cattle, horses and pigs). Humans can be contaminated through contact with infected animals or contaminated animal products. The infection is usually transmitted by skin contact and very rarely through the respiratory or gastrointestinal tracts. In view of the infectious nature of inhaled anthrax spores and the high mortality rate of inhalation anthrax it is listed as a potential biological weapon.
Malaria is an infectious disease transmitted by mosquitoes and caused by the parasite Plasmodium. Five different species of the parasite cause human infections. These species are distributed over all (sub-)tropical regions of the world. In Belgium, malaria remains mainly an imported disease, i.e. contracted by travellers during stays abroad. Sporadically, people are infected in the country, from the bite of an imported infectious exotic mosquito (airport malaria).
Griep en andere acute infecties van de luchtwegen eisen jaarlijks een hoge tol in termen van morbiditeit en mortaliteit en kunnen een aanzienlijke sociale impact hebben. Deze aandoeningen kunnen soms door vaccinatie vermeden worden. Daarom is hiervoor een uitgebreid surveillancesysteem ontwikkeld, zowel op nationaal als Europees niveau.
Sciensano monitort het voorkomen van zowel klinische luchtweginfecties als bepaalde luchtwegkiemen en rapporteert de resultaten wekelijks in het Bulletin acute luchtweginfecties om informatie te verstrekken aan zorgverleners, gezondheidsautoriteiten en de algemene bevolking.
Het team surveilleert verschillende ziektes, die hieronder samen met een korte beschrijving worden opgesomd. Klik op Ga naar website om naar het relevante gezondheidsonderwerp op de Sciensano-webpagina te gaan, waar u het (de) laatste jaarverslag(en) vindt. Door te klikken op Selecteer in dashboard wordt de ziekte automatisch geselecteerd in het onderstaande dashboard.
Seizoensgriep of influenza is een besmettelijke ziekte van de luchtwegen veroorzaakt door influenzavirussen. Typische symptomen zijn koorts, hoesten, keelpijn, lichaamspijn en vermoeidheid, die in ernst kunnen variëren. Hoewel de meeste gevallen binnen een week of twee herstellen, kan griep leiden tot ernstige complicaties, vooral bij risicogroepen zoals ouderen, mensen met chronische medische aandoeningen, zwangere vrouwen en kinderen jonger dan vijf jaar. Vaccinatie blijft de meest effectieve methode om griep te voorkomen, vooral voor deze kwetsbare groepen.
Het novel severe acute respiratory syndrome coronavirus 2 (SARS-CoV-2) is een zeer besmettelijk virus dat COVID-19 veroorzaakt. Symptomen van COVID-19 kunnen sterk variëren, van mild tot ernstig, en kunnen koorts, hoest, ademhalingsmoeilijkheden, verlies van smaak of geur en vermoeidheid omvatten. Hoewel veel mensen herstellen zonder gespecialiseerde behandeling nodig te hebben, kan COVID-19 leiden tot ernstige complicaties, vooral bij kwetsbare bevolkingsgroepen. Sinds maart 2020 heeft het virus geleid tot een aanzienlijke morbiditeit en mortaliteit in Europa en de rest van de wereld.
Respiratoir syncytieel virus (RSV) is een veelvoorkomend en zeer besmettelijk luchtwegvirus. Het veroorzaakt vaak milde, verkoudheidsachtige symptomen, maar het kan ook leiden tot ernstige luchtwegaandoeningen zoals bronchiolitis of longontsteking. RSV wordt erkend als de belangrijkste virale verwekker van ernstige luchtwegaandoeningen bij jonge kinderen. Onlangs werden in België nieuwe preventiemaatregelen gelanceerd, waaronder een nieuwe vaccinatie voor pasgeborenen en een vaccinatie voor zwangere vrouwen.
Adenovirussen zijn een groep veel voorkomende besmettelijke virussen die verschillende ziekten kunnen veroorzaken. Symptomen zijn onder andere koorts, keelpijn, hoest en bindvliesontsteking. Hoewel de meeste infecties mild zijn, kunnen ze ernstiger zijn bij mensen met een verzwakt immuunsysteem. Adenovirussen kunnen ook leiden tot gastro-enteritis en andere gastro-intestinale problemen, vooral bij jonge kinderen.
Parainfluenzavirussen (PIV-1, PIV-2, PIV-3 en PIV-4) zijn een groep virussen die luchtweginfecties veroorzaken, vaak met griepachtige symptomen. Hoewel deze infecties over het algemeen mild zijn bij gezonde volwassenen, kunnen ze leiden tot ernstige infecties van de lagere luchtwegen, vooral bij kinderen en volwassenen met een verminderde immuniteit.
Mycoplasma pneumoniae veroorzaakt voornamelijk infecties in de bovenste luchtwegen, wat leidt tot aandoeningen zoals tracheïtis, bronchitis en, in ernstigere gevallen, longontsteking. De bacterie die verantwoordelijk is voor deze infectie wordt overgedragen via ademhalingsdruppeltjes en direct contact met een geïnfecteerde persoon. De ziekte treft mensen van alle leeftijden, maar komt het meest voor bij kinderen van 7-16 jaar en jongvolwassenen van 17-25 jaar. Vermoedelijk door een gebrek aan levenslange beschermende immuniteit en veranderingen in circulerende stammen, komen epidemieën om de 3-5 jaar voor, met seizoenspieken in de herfst en winter.
La grippe et les autres infections aiguës des voies respiratoires se caractérisent chaque année par un lourd tribut en termes de morbidité et de mortalité et peuvent avoir un impact sociétal important. Ces infections des voies respiratoires peuvent parfois être évitées par la vaccination. C’est pourquoi un système de surveillance étendu a été mis au point à ce sujet, tant au niveau national qu’européen.
Sciensano surveille l’apparition d’infections cliniques des voies respiratoires et de certains agents pathogènes respiratoires et publie les résultats chaque semaine dans le Bulletin infections respiratoires aiguës afin d’informer les prestataires de soins, les autorités sanitaires et la population générale.
L'équipe effectue la surveillance de plusieurs maladies, qui sont présentées ci-dessous avec une courte description. Vous pouvez cliquer sur Consulter site internet pour accéder au sujet de santé correspondant sur la page web Sciensano, où vous trouverez le(s) dernier(s) rapport(s) annuel(s). En cliquant sur Sélectionner dans le dashboard, la maladie est automatiquement sélectionnée dans le dashboard ci-dessous.
La grippe saisonnière, ou influenza, est une maladie respiratoire contagieuse causée par des virus grippaux. Elle se manifeste généralement par des symptômes plus ou moins graves tels que fièvre, toux, maux de gorge, courbatures et fatigue. Si la plupart des cas guérissent en une semaine ou deux, la grippe peut entraîner de graves complications, en particulier dans les groupes à haut risque tels que les personnes âgées, les personnes souffrant de maladies chroniques, les femmes enceintes et les enfants de moins de cinq ans. La vaccination reste la méthode la plus efficace pour prévenir la grippe, en particulier pour ces populations vulnérables.
Le novel severe acute respiratory syndrome coronavirus 2 (SARS-CoV-2) est un virus très contagieux qui provoque le COVID-19. Les symptômes du COVID-19 peuvent varier considérablement, allant de légers à graves, et peuvent inclure de la fièvre, de la toux, des difficultés respiratoires, une perte de goût ou d'odorat et de la fatigue. Bien que de nombreuses personnes se rétablissent sans avoir besoin d'un traitement spécialisé, le COVID-19 peut entraîner de graves complications, en particulier chez les populations vulnérables. Depuis mars 2020, le virus a entraîné une morbidité et une mortalité importantes en Europe et dans le monde.
Le virus respiratoire syncytial (VRS) est un virus respiratoire courant et très contagieux. Il provoque souvent des symptômes bénins, semblables à ceux du rhume, mais il peut aussi entraîner des maladies respiratoires graves telles que la bronchiolite ou la pneumonie. Le VRS est notamment reconnu comme le principal agent viral à l'origine de maladies respiratoires graves chez les jeunes enfants. Récemment, de nouvelles mesures de prévention ont été lancées en Belgique, notamment une nouvelle immunisation des nouveau-nés et une vaccination des femmes enceintes.
Les adénovirus sont un groupe de virus contagieux courants qui peuvent provoquer diverses maladies. Les symptômes comprennent la fièvre, les maux de gorge, la toux et la conjonctivite. Bien que la plupart des infections soient bénignes, elles peuvent être plus graves chez les personnes dont le système immunitaire est affaibli. Les adénovirus peuvent également provoquer des gastro-entérites et d'autres problèmes gastro-intestinaux, en particulier chez les jeunes enfants.
Les virus parainfluenza (PIV-1, PIV-2, PIV-3 et PIV-4) sont un groupe de virus qui provoquent des infections des voies respiratoires, se manifestant souvent par des symptômes grippaux. Si ces infections sont généralement bénignes chez les adultes en bonne santé, elles peuvent entraîner des infections graves des voies respiratoires inférieures, en particulier chez les enfants et les adultes immunodéprimés.
Mycoplasma pneumoniae provoque principalement des infections des voies respiratoires supérieures, entraînant des affections telles que la trachéite, la bronchite et, dans les cas les plus graves, la pneumonie. La bactérie responsable de cette infection est transmise par les gouttelettes respiratoires et le contact direct avec une personne infectée. La maladie touche des personnes de tous âges, mais elle est plus fréquente chez les enfants de 7 à 16 ans et les jeunes adultes de 17 à 25 ans. Probablement en raison de l'absence d'immunité protectrice tout au long de la vie et des changements dans les souches circulantes, les épidémies ont tendance à se produire tous les 3 à 5 ans, avec des pics saisonniers typiquement observés en automne et en hiver.
Influenza and other acute respiratory infections take a high annual toll in terms of morbidity and mortality and can have a significant social impact. These respiratory infections can sometimes be avoided by vaccination. That is why an extensive surveillance system has been developed for this, both at the national and European level.
Sciensano monitors the occurrence of both clinical respiratory infections and certain respiratory germs and reports the results weekly in the Acute respiratory infections bulletin in French or in Dutch in order to provide information for healthcare providers, health authorities and the general population.
The team conducts surveillance for various diseases, which are outlined below together with a short description. You can click on Go to website to go to the relevant Health Topic on the Sciensano webpage, where you will find the latest yearly report(s). By clicking on Select in dashboard the disease is automatically selected in the dashboard below.
Seasonal flu, or influenza, is a contagious respiratory illness caused by influenza viruses. It typically presents with symptoms such as fever, cough, sore throat, body aches, and fatigue, which can vary in severity. While most cases recover within a week or two, flu can lead to serious complications, especially in high-risk groups such as the elderly, people with chronic medical conditions, pregnant women, and children under five. Vaccination remains the most effective method of preventing influenza, particularly for these vulnerable populations.
The novel severe acute respiratory syndrome coronavirus 2 (SARS-CoV-2) is a highly contagious virus that causes COVID-19. Symptoms of COVID-19 can vary widely, ranging from mild to severe, and may include fever, cough, difficulty breathing, loss of taste or smell, and fatigue. While many individuals recover without needing specialized treatment, COVID-19 can lead to serious complications, particularly in vulnerable populations. Since March 2020, the virus has resulted in significant morbidity and mortality across Europe and around the world.
Respiratory syncytial virus (RSV) is a common and highly contagious respiratory virus. It often causes mild, cold-like symptoms, but it can also lead to severe respiratory illnesses such as bronchiolitis or pneumonia. Notably, RSV is recognised as the most important viral agent causing severe respiratory disease in young children. Recently, new prevention measures including a new immunization for newborns and vaccination for pregnant women have been launched in Belgium.
Adenoviruses are a group of common contagious viruses that can cause a variety of illnesses. Symptoms can include fever, sore throat, cough, and conjunctivitis, and while most infections are mild, they can be more severe in individuals with weakened immune systems. Adenoviruses can also lead to gastroenteritis and other gastrointestinal issues, particularly in young children.
Parainfluenza viruses (PIV-1, PIV-2, PIV-3, and PIV-4) are a group of viruses that cause respiratory tract infections, often presenting with flu-like symptoms. While these infections are generally mild in healthy adults, they can lead to severe lower respiratory tract infections, particularly in children and immunocompromised adults.
Mycoplasma pneumoniae primarily causes infections in the upper respiratory tract, leading to conditions such as tracheitis, bronchitis, and, in more severe cases, pneumonia. The bacterium responsible of this infection is transmitted through respiratory droplets and direct contact with an infected person. The disease affects people of all ages but is most prevalent among children aged 7–16 years and young adults aged 17–25 years. Presumably due to lack of lifelong protective immunity and changes in circulating strains, epidemics tend to occur every 3–5-year intervals, with seasonal peaks typically observed in autumn and winter.
Teken kunnen een grote verscheidenheid aan ziektekiemen dragen, die kunnen worden overgedragen via een beet. Hierdoor vormen zij een potentieel gezondheidsrisico voor mensen. TekenNet is een surveillanceplatform gebaseerd op burgerwetenschap dat in 2015 gelanceerd werd om de blootstelling van de Belgische bevolking aan tekenbeten in de tijd en ruimte op te volgen. Burgers kunnen tekenbeten bij mensen, opgelopen in België, rapporteren via een website of een applicatie voor mobiele telefoons (App store (iOS) or Google play (Android)). De resultaten van de surveillance worden gebruikt om gerichte preventie van tekenbeten en gerelateerde ziekten te sturen. Gedetailleerde jaarlijkse rapporten van de TekenNet resultaten zijn hier beschikbaar.
Les tiques peuvent être porteuses d'une grande variété d'agents pathogènes, qui peuvent être transmis par une morsure. Elles représentent donc un risque potentiel pour la santé humaine. TiquesNet est une plateforme de surveillance basée sur une science citoyenne, qui a été lancée en 2015 dans le but de suivre l'exposition de la population belge aux morsures de tiques dans le temps et dans l'espace. Les citoyens peuvent signaler les morsures de tiques sur des humains, contractées en Belgique, via un site web ou une application pour téléphones mobiles (App store (iOS) or Google play (Android)). Les résultats de la surveillance sont utilisés pour guider la prévention ciblée des morsures de tiques et des maladies qui y sont liées. Les rapports annuels détaillés des résultats de TickNet sont disponibles ici.
Ticks are known to carry a wide variety of pathogens, which can be transmitted through a bite. This makes them a potential health risk to humans. TickNet is a citizen science surveillance platform that was launched in 2015 in order to follow-up the exposure of the Belgian population to tick bites over time and space. Citizens can report tick bites on humans, contracted in Belgium, through a website or an application for mobile phones (App store (iOS) or Google play (Android)). The results of the surveillance are used to guide targeted prevention of tick bites and related diseases. Detailed yearly reports of the TickNet results can be found here.
Belgian Mortality Monitoring Be-MOMO
In België wordt de surveillance van sterfte door alle oorzaken wekelijks uitgevoerd door de eenheid Epidemiologie van infectieziekten van Sciensano Sciensano. Het sterfte surveillancemodel is ontworpen als een instrument voor snelle detectie en kwantificering van ongewone sterfte die het gevolg kan zijn van epidemieën van ziekten zoals influenza of van extreme milieuomstandigheden zoals hittegolven. Een tijdige beoordeling van het effect op sterfte kan nuttig zijn om nieuwe of bestaande maatregelen voor de volksgezondheid te sturen of te versterken, bijv. vaccinaties voor griep en het nationale actieplan voor hitte. Bovendien kan sterftemonitoring gebruikt worden om mogelijke effecten van volksgezondheidsmaatregelen te evalueren door periodes voor en na de implementatie van de interventie met elkaar te vergelijken.
Deze grafiek toont de waargenomen sterfte door alle oorzaken in België volgens het Be-MOMO-model over de afgelopen vijf jaar. Data per regio worden weergeven en zijn beschikbaar vanaf 2000, met een interactieve kalenderknop om efficiënt door de jaren heen te navigeren. De dagelijks waargenomen aantallen zijn het gemiddelde van de dag zelf, de voorafgaande dag en de daaropvolgende dag. Door vertragingen in de overlijdensregistratie zijn de tellingen voor de meest recente weken voorlopig, en worden de cijfers met een vertraging van 3 weken gevisualiseerd. Aparte curves voor Vlaanderen, Wallonië en Brussel zijn beschikbaar via de rechterbovenhoek van deze grafiek. Het staat u vrij om de resultaten van deze toepassing te gebruiken op voorwaarde dat de bron wordt vermeld (zie voetnoot).
Deze grafiek toont de waargenomen sterfte door alle oorzaken in België en de curves van milieurisico's zoals meteorologische gegevens (temperatuur) en gegevens over luchtvervuiling (ozon, PM10 en PM2,5). Het maakt de correlaties zichtbaar tussen sterfte en extreme temperaturen (boven 25°C of onder 0°C) en hoge concentraties luchtverontreinigende stoffen (ozon boven 100µg/m³ (max. 8-uurgemiddelde), PM10 boven 45µg/m³ en PM2,5 boven 15µg/m³; die overeenkomen met de WHO-drempelwaarden van 2021). De verticale lichtoranje banden markeren de dagen met statistisch significante sterfteoverschrijdingen. Alle waarden zijn afgevlakt met een 7-daags gecentreerd voortschrijdend gemiddelde. De meteorologische gegevens zijn afkomstig van het Koninklijk Meteorologisch Instituut van België (KMI). De gegevens over ozon, PM10 en PM2,5 zijn geleverd door het Belgisch Intergewestelijk Milieuagentschap (IRCEL-CELINE).
| Afkortingen | |
|---|---|
| Tmin | Minimale Temperatuur |
| Tmax | Maximale Temperatuur |
| PM10 | Fijn stof < 10 µm |
| PM2.5 | Fijn stof < 2.5 µm |
Deze grafiek toont de waargenomen sterfte door alle oorzaken in België, met de gerapporteerde COVID-19-gerelateerde sterfgevallen (Bron) afgetrokken en oranje gekleurd. Het resulterende blauwe gebied vertegenwoordigt de resterende sterfgevallen door alle andere oorzaken. Wanneer het totale aantal dagelijkse sterfgevallen de boven- of ondergrens van het voorspellingsinterval dat door de modellering wordt voorspeld, overschrijdt (groene stippellijnen), is er sprake van een aanzienlijke over- of ondersterfte.
Tijdens de eerste golf van COVID-19 (van 1 maart tot 21 juni 2020) werd een ongebruikelijke piek in het aantal sterfgevallen waargenomen, die bijna volledig werd toegeschreven aan sterfgevallen die verband hielden met COVID-19. Deze eerste piek in het aantal sterfgevallen werd veroorzaakt door de COVID-19. Deze eerste piek van COVID-19-doden deed zich voor rond 8 april 2020. Een tweede ongewone piek in augustus 2020 werd toegeschreven aan een hittegolf. Van 31 augustus 2020 tot 14 februari 2021 (tweede golf van COVID-19) werd een derde ongewone piek in sterfgevallen waargenomen (6 november 2020), opnieuw voornamelijk toegeschreven aan COVID-19-gerelateerde sterfgevallen. Tijdens deze eerste twee COVID-19-golven was het percentage oversterfte relatief hoog, maar daalde daarna drastisch voor de volgende golven.
Het jaar 2021 werd gekenmerkt door drie epidemische COVID-19-golven en een korte hitte-episode. In 2022 waren er vijf COVID-19 epidemiegolven, een zeer hete zomer en twee influenza-epidemieën. De laatste piek in sterfgevallen die in december 2022 werd waargenomen, valt samen met een toename van infecties aan de luchtwegen (griep, RSV, COVID-19), koude temperaturen en hogere concentraties fijn stof. Vanaf 30 juni 2023 is de gegevensverzameling voor COVID-19-doden via epidemiologische surveillance gestopt, dus dit cijfer zal niet langer worden bijgewerkt. Meer informatie over de COVID-19 surveillance en gerelateerde rapporten is hier te vinden.
Meer informatie
Hieronder vindt u meer informatie over de sterftecijfers, het statistische model achter Be-MOMO en recente publicaties van onze dienst.
De gegevens worden wekelijks bijgewerkt, met uitzondering van de bevolkingscijfers waarvoor de officiële cijfers op 1 januari worden gebruikt. Sterftecijfers worden verstrekt door het Rijksregister en bevolkingscijfers door het Belgische Centraal Bureau voor de Statistiek (Statbel). Het sterftecijferbestand bevat informatie over alle sterfgevallen die de Belgische gemeenten tijdens de voorgaande week (tot zaterdagmiddag) hebben geregistreerd. De gegevens omvatten de geboortedatum, overlijdensdatum, geslacht, nationaliteit, woonplaats en plaats van overlijden. De doodsoorzaken zijn onbekend. Vanwege een aanzienlijke variatie in de snelheid waarmee overlijdens worden geregistreerd (variërend van enkele dagen tot vele weken na de feitelijke overlijdensdatum), zijn de cijfers voor recente perioden onvolledig. Ongeveer 97% van de sterftecijfers zijn na twee weken beschikbaar. Sterfgevallen in het buitenland zijn uit de analyses verwijderd, omdat wordt aangenomen dat ze geen verband houden met gelijktijdige meteorologische of milieuomstandigheden in België.
Waargenomen sterfgevallen worden per dag geaggregeerd. Om belangrijke stijgingen in sterfte te kunnen detecteren en kwantificeren, worden de waargenomen sterftecijfers vergeleken met twee soorten referentielijnen, die verkregen worden door het modelleren van sterftecijfers van de afgelopen vijf jaar:
- Verwachte sterfgevallen zijn de modelvoorspellingen en vertegenwoordigen de normale/gemiddelde sterfte. Ze worden gebruikt voor de berekening van het aantal extra sterfgevallen (waargenomen – verwacht).
- De drempelwaarde is de bovengrens van het voorspellingsinterval rond de verwachte sterfte, berekend met een 2/3-machtstransformatie om te corrigeren voor de scheefheid in de Poissonverdeling (Farrington et al, 1996). Drempelwaarden vertegenwoordigen kritieke sterfteniveaus en worden gebruikt om ongebruikelijke of significante sterfte te detecteren. Het betrouwbaarheidsniveau voor de bovenste drempelwaarde werd gekozen als het optimale compromis tussen gevoeligheid en specificiteit van waarschuwingsdetectie. Het werd vastgesteld op 99,5% voor gegevens op dagniveau.
Het statistische model is een aanpassing van het overdispersed poisson Farrington-model, dat oorspronkelijk werd ontwikkeld voor de detectie van uitbraken van infectieziekten op basis van wekelijkse ziektegevallen (Farrington et al, 1996). Het model werd aangepast om toegepast te worden op sterftecijfers op zowel dagelijks als wekelijks niveau. Terwijl de oorspronkelijke methode de hoeveelheid referentiegegevens beperkt door alleen historische gegevens van vergelijkbare weken te gebruiken, werd een sinus- en cosinuscomponent toegevoegd om het seizoenspatroon van sterfte vast te leggen. Hierdoor kan de volledige tijdreeks van 5 jaar worden gemodelleerd en wordt de willekeurige variatie in de voorspelde basislijn verminderd, vooral voor gegevens op dagniveau. Het Be-MOMO-model werd op 14 juni 2021 naar aanleiding van de oversterfte in 2020 in verband met de COVID-19-epidemie. (EN - FR - NL).
Sinds 2018 is een geautomatiseerde analyseprocedure geïmplementeerd in R, software voor statistische berekeningen (voorheen met Stata versie 13). Statistische methoden en prestaties van het Be-MOMO-systeem worden in meer detail beschreven in Cox et al. (2010) en in het laatste Be-MOMO-rapport.
Cox B, Wuillaume F, Van Oyen H, Maes S. Monitoring of all-cause mortality in Belgium (Be-MOMO): a new and automated system for the early detection and quantification of the mortality impact of public health events. International Journal of Public Health 2010, 55(4):251-259.
Publicaties
Hier vindt u alle documenten die door het Be-MOMO project gepubliceerd werden.
- NL – Zomer 2024: Surveillance van mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel tijdens de zomer van 2024
- FR – Éte 2024: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l’été 2024
- FR – Été 2023: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l'été 2023
- NL – Zomer 2023: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel tijdens de zomer van 2023
- NL – Winter 2022-2023 en 2023-2024: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel tijdens de winters van 2022-2023 en 2023-2024
- FR – Hiver 2022-2023 et 2023-2024: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant les hivers 2022-2023 et 2023-2024
- FR – Été 2022: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l'été 2022
- NL – Zomer 2022: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel tijdens de zomer van 2022
- FR – Été 2021: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l'été 2021
- NL – Zomer 2021: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel tijdens de zomer van 2021
- NL – Winter 2020-2021 en 2021-2022: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel tijdens de winters van 2020-2021 en 2021-2022
- FR – Hiver 2020-2021 et 2021-2022: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant les hivers 2020-2021 et 2021-2022
- FR – Été 2020: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l'été 2020
- NL – Zomer 2020: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel tijdens de zomer van 2020
- NL – Oversterfte tijdens de eerste en tweede golf van de COVID-19-epidemie in België
- FR – Surmortalité durant la 1re et 2e vague de l'épidémie de COVID-19 en Belgique
- EN – Excess mortality during the first and second waves of the COVID-19 epidemic in Belgium
- FR – Hiver 2019-2020: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l’hiver 2019-2020
- NL – Winter 2019-2020: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel in de winter van 2019-2020
- FR – Eté 2019: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l’été 2019
- NL – Zomer 2019: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel in de zomer van 2019
- FR – Hiver 2018-2019: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l'hiver 2018-2019
- NL – Winter 2018-2019: Surveillance van sterfte door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel in de winter van 2018-2019
- FR – Été 2018: Surveillance de la mortalité toutes causes en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l'été 2018
- NL – Zomer 2018: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel tijdens de zomer van 2018
- FR – Hiver 2017—2018: Surveillance de la mortalité en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l'hiver 2017—2018
- NL – Winter 2017—2018: Surveillance van de mortaliteit in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel in de winter van 2017—2018
- FR – Été 2017 – Belgique: Surveillance de la mortalité toutes causes en Belgique durant l'été 2017
- NL – Zomer 2017 - België: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België tijdens de zomer van 2017
- NL – Zomer 2017 – Vlaanderen: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in Vlaanderen tijdens de zomer van 2017
- Weekly influenza bulletin
- Influenza end of season reports
- Excess mortality in Europe coincides with peaks of COVID-19, influenza and respiratory syncytial virus (RSV),
November 2023 to February 2024
Nørgaard S., Nielsen J., Nordholm A., Richter L., Chalupka A., Bustos Sierra N., Braeye T., et al.
https://doi.org/10.2807/1560-7917.ES.2024.29.15.2400178 -
Real-time monitoring shows substantial excess all-cause mortality during second wave of COVID-19 in Europe,
October to December 2020
Sarah K. Nørgaard, Lasse S. Vestergaard, Jens Nielsen, Lukas Richter, Daniela Schmid, Natalia Bustos, Toon Braeye., et al.
https://www.eurosurveillance.org/content/10.2807/1560-7917.ES.2021.26.1.2002023 -
All-cause mortality supports the COVID-19 mortality in Belgium and comparison with major fatal events of the last century
Natalia Bustos Sierra, Nathalie Bossuyt, Toon Braeye, Mathias Leroy, Isabelle Moyersoen, Ilse Peeters, Aline Scohy, Johan Van der Heyden, Herman Van Oyen & Françoise Renard
Archives of Public Health volume 78, Article number: 117 (2020).
https://archpublichealth.biomedcentral.com/articles/10.1186/s13690-020-00496-x -
Excess all-cause mortality during the COVID-19 pandemic in Europe – preliminary pooled estimates from the EuroMOMO network, March to April 2020
Lasse S Vestergaard, Jens Nielsen, Lukas Richter, Daniela Schmid, Natalia Bustos, Toon Braeye et al.
Eurosurveillance Vol 25, N°26 (June 2020).
https://www.eurosurveillance.org/content/10.2807/1560-7917.ES.2020.25.26.2001214 -
European all-cause excess and influenza-attributable mortality in the 2017/18 season : should the burden of influenza B be reconsidered?
Nielsen J, Vestergaard L, Richter L, Schmid D, Bustos Sierra N, Asikainen T et al.
Clinical Microbiology and Infection. 10.1016/j.cmi.2019.02.011. (February 2019)
https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1198743X19300588 -
Excess all-cause and influenza-attributable mortality in Europe, December 2016 to February 2017.
Vestergaard L, Nielsen J, Krause T, Espenhain L, Tersago K, Bustos Sierra N et al
Euro Surveillance Vol. 22, N°14 (April 2017).
http://www.eurosurveillance.org/content/10.2807/1560-7917.ES.2017.22.14.30506 -
Excess mortality among the elderly in European countries, December 2014 to February 2015.
Mølbak K, Espenhain L, Nielsen J, Tersago K, Bossuyt N et al.
Euro Surveillance Vol. 20, N°11 (March 2015).
http://www.eurosurveillance.org/content/10.2807/1560-7917.ES2015.20.11.21065 -
Excess mortality among the elderly in 12 European countries, February and March 2012.
Mazick A, Gergonne B, Nielsen J, Wuillaume F et al.
Euro Surveillance Vol. 17, N° 14 (April 2012).
http://www.eurosurveillance.org/content/10.2807/ese.17.14.20138-en -
Higher all-cause mortality in children during autumn 2009 compared with the three previous years : pooled results from eight European countries.
Mazick A, Gergonne B, Wuillaume F, et al.
Euro Surveillance Vol.15, N°5 (February 2010).
http://www.eurosurveillance.org/content/10.2807/ese.15.05.19480-en -
Monitoring of all-cause mortality in Belgium (Be-MOMO): A new and automated system for the early detection and quantification of the mortality impact of public health events.
Bianca Cox, Francoise Wuillaume, Herman Van Oyen, Sophie Maes.
International journal of public health. 55. 251-9. 10.1007/s00038-010-0135-6 (April 2010).
https://www.researchgate.net/ -
Death toll exceeded 70,000 in Europe during the summer of 2003.
Robine JM, Cheung SL, Le Roy S, Van Oyen H et al.
Comptes Rendus Biologies, Vol. 331, N°2 (2008), 171-178.
https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1631069107003770?via%3Dihub
Links
Belgium
- Sciensano.be
- Epidemiologie van infectieziekten
- Sciensano - Be-MOMO
- Sciensano - Be-MOMO in woonzorgcentra
- Sciensano - Bulletin acute luchtweginfecties
- Sciensano – Sentinel surveillance van influenza-achtige aandoeningen in Belgische woonzorgcentra
- Sciensano - Mortaliteit
- Sciensano - Epidemiologische surveillance van de COVID-19-mortaliteit
Europe
Belgian Mortality Monitoring Be-MOMO
En Belgique, la surveillance de la mortalité toutes causes confondues est effectuée sur une base hebdomadaire par l'unité d'épidémiologie des maladies infectieuses de Sciensano Sciensano. Le modèle de surveillance de la mortalité est conçu pour servir d'outil de détection et de quantification rapides d'une mortalité inhabituelle pouvant résulter d'épidémies de maladies telles que la grippe ou de conditions environnementales extrêmes telles que les vagues de chaleur. Une évaluation en temps utile de l'impact sur la mortalité peut être utile pour orienter ou renforcer les mesures de santé publique nouvelles ou existantes, par exemple les vaccinations contre la grippe et le plan national d'action contre la chaleur. En outre, la surveillance de la mortalité peut être utilisée pour évaluer les effets possibles des mesures de santé publique en comparant les périodes précédant et suivant la mise en œuvre de l'intervention.
Ce graphique présente la mortalité toutes causes confondues observée en Belgique à partir du modèle Be-MOMO au cours des cinq dernières années. Les données sont disponibles par région de résidence et remontent jusqu'à l'année 2000. Un menu calendaire interactif permet de naviguer facilement à travers les années. Les chiffres journaliers observés sont la moyenne du jour, du jour précédent et du jour suivant. En raison des retards dans l'enregistrement des décès, les chiffres pour les semaines les plus récentes sont préliminaires et les nombres sont visualisés avec un décalage de 3 semaines. Des courbes séparées pour la Flandre, la Wallonie et Bruxelles sont disponibles dans le coin supérieur droit de ce graphique. Vous êtes libre d'utiliser les résultats produits par cette application à la seule condition d'en mentionner la source (cf. Note de bas de page).
Ce graphique montre la mortalité toutes causes confondues observée en Belgique et les courbes des risques environnementaux tels que les données météorologiques (température) et les données de pollution de l'air (ozone, PM10 et PM2,5). Elle permet de visualiser les corrélations entre la mortalité et les températures extrêmes (supérieures à 25°C ou inférieures à 0°C) et les concentrations élevées de polluants atmosphériques (ozone supérieur à 100µg/m³ (moyenne maximale sur 8 heures), PM10 supérieur à 45µg/m³ et PM2,5 supérieur à 15µg/m³ ; correspondant aux seuils de l'OMS de 2021). Les bandes verticales orange clair mettent en évidence les jours où la surmortalité est statistiquement significative. Toutes les valeurs sont lissées à l'aide d'une moyenne mobile centrée sur 7 jours. Les données météorologiques sont fournies par l'Institut Royal Météorologique de Belgique (IRM). Les données sur l'ozone, les PM10 et les PM2,5 sont fournies par la Cellule Interrégionale de l'Environnement de Belgique (IRCEL-CELINE).
| Abréviations | |
|---|---|
| Tmin | Température Minimum |
| Tmax | Température Maximum |
| PM10 | Matière particulaire < 10 µm |
| PM2.5 | Matière particulaire < 2.5 µm |
Ce graphique représente la mortalité toutes causes confondues observée en Belgique, après soustraction des décès liés à COVID-19 (Source) et coloration en orange. La zone bleue qui en résulte représente les décès restants, toutes causes confondues. Lorsque le nombre total de décès quotidiens dépasse les limites supérieures ou inférieures de l'intervalle de prédiction prévu par la modélisation (lignes pointillées vertes), il y a une surmortalité ou une sous-mortalité significative.
Au cours de la première vague de COVID-19 (du 1er mars au 21 juin 2020), un pic inhabituel de décès a été observé, presque entièrement attribué aux décès liés à COVID-19. Ce premier pic de décès liés à COVID-19 s'est produit autour du 8 avril 2020. Un deuxième pic inhabituel en août 2020 a été attribué à une vague de chaleur. Du 31 août 2020 au 14 février 2021 (deuxième vague de COVID-19), un troisième pic inhabituel de décès a été observé (6 novembre 2020), à nouveau principalement attribué à des décès liés à COVID-19. Lors de ces deux premières vagues de COVID-19, le pourcentage de surmortalité était relativement élevé mais a ensuite chuté de manière drastique pour les vagues suivantes.
L'année 2021 a été marquée par trois vagues épidémiques de COVID-19 et un bref épisode de chaleur. En 2022, il y a eu cinq vagues épidémiques de COVID-19, un été très chaud et deux épidémies de grippe. Le dernier pic de décès observé en décembre 2022 coïncide avec une augmentation des infections respiratoires (grippe, VRS, COVID-19), des températures froides et des concentrations plus élevées de particules fines. Depuis le 30 juin 2023, la collecte des données des décès par COVID-19 via la surveillance épidémiologique s'est arrêtée, ce chiffre ne sera donc plus mis à jour. De plus amples informations sur la surveillance du COVID-19 et les rapports y afférents sont disponibles ici.
Plus d'information
Vous trouverez ci-dessous plus d'informations sur les données de mortalité, le modèle statistique qui sous-tend Be-MOMO et les publications récentes de notre service.
Les données sont mises à jour sur une base hebdomadaire, à l'exception des tailles de population pour lesquelles les chiffres officiels au 1er janvier sont utilisés. Les données de mortalité sont fournies par le Registre national et les données de population par Statistics Belgium (Statbel). Le fichier de mortalité contient des informations sur tous les décès enregistrés par les communes belges au cours de la semaine précédente (jusqu'au samedi midi). Les données comprennent la date de naissance, la date de décès, le sexe, la nationalité, le lieu de résidence et le lieu de décès. Les causes de décès sont inconnues. En raison d'une variation considérable dans la rapidité de l'enregistrement des décès (de quelques jours à plusieurs semaines après la date effective du décès), les chiffres pour les périodes récentes sont incomplets. Environ 97% des données sur la mortalité sont disponibles après deux semaines. Les décès survenus à l'étranger sont retirés des analyses car ils sont supposés ne pas être liés à des conditions météorologiques ou environnementales concomitantes en Belgique.
Les décès observés sont agrégés par jour. Afin de pouvoir détecter et quantifier les augmentations importantes de la mortalité, le nombre de décès observés sont comparés à deux types de lignes de référence, obtenues en modélisant les données de mortalité des cinq dernières années :
- Les décès attendus sont les prédictions du modèle et représentent la mortalité normale/moyenne. Ce sont utilisés pour le calcul de la mortalité excessive (observée – prévue).
- Le seuil est la limite supérieure de l'intervalle de prédiction autour de la mortalité attendue, calculée par une transformation de puissance 2/3 pour corriger l'asymétrie de la distribution de Poisson (Farrington et al, 1996). Les valeurs seuils représentent des niveaux de mortalité critiques et sont utilisées pour détecter une mortalité inhabituelle ou significative. Le niveau de confiance pour le seuil supérieur a été choisi comme le compromis optimal entre la sensibilité et la spécificité de la détection des alertes. Il a été fixé à 99,5 % pour les données quotidiennes.
Le modèle statistique est une modification du modèle de Farrington à poisson surdispersé, développé à l'origine pour la détection des épidémies de maladies infectieuses sur la base de comptages hebdomadaires (Farrington et al, 1996). Le modèle a été adapté pour être applicable aux données de mortalité quotidiennes et hebdomadaires. Alors que la méthode originale limite la quantité de données de référence en utilisant uniquement les données historiques de semaines similaires, une composante d'onde sinusoïdale et cosinusoïdale a été ajoutée pour capturer le schéma saisonnier de la mortalité. Cela permet de modéliser la série chronologique complète sur 5 ans et de réduire la variation aléatoire de la base de référence prédite, en particulier pour les données quotidiennes. Le modèle Be-MOMO a été adapté le 14 juin 2021 suite à la surmortalité de 2020 associée à l'épidémie COVID-19. (EN - FR - NL).
Une procédure d'analyse automatisée est implémentée depuis 2018 dans R, logiciel de calcul statistique (auparavant avec Stata version 13). Les méthodes statistiques et les performances du système Be-MOMO sont décrites plus en détail dans Cox et al (2010) et dans le dernier rapport Be-MOMO.
Cox B, Wuillaume F, Van Oyen H, Maes S. Monitoring of all-cause mortality in Belgium (Be-MOMO): a new and automated system for the early detection and quantification of the mortality impact of public health events. International Journal of Public Health 2010, 55(4):251-259.
Publications
Vous trouverez ici tous les documents publiés par le projet Be-MOMO.
- NL – Zomer 2024: Surveillance van mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel tijdens de zomer van 2024
- FR – Éte 2024: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l’été 2024
- FR – Été 2023: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l'été 2023
- NL – Zomer 2023: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel tijdens de zomer van 2023
- NL – Winter 2022-2023 en 2023-2024: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel tijdens de winters van 2022-2023 en 2023-2024
- FR – Hiver 2022-2023 et 2023-2024: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant les hivers 2022-2023 et 2023-2024
- FR – Été 2022: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l'été 2022
- NL – Zomer 2022: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel tijdens de zomer van 2022
- FR – Été 2021: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l'été 2021
- NL – Zomer 2021: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel tijdens de zomer van 2021
- NL – Winter 2020-2021 en 2021-2022: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel tijdens de winters van 2020-2021 en 2021-2022
- FR – Hiver 2020-2021 et 2021-2022: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant les hivers 2020-2021 et 2021-2022
- FR – Été 2020: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l'été 2020
- NL – Zomer 2020: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel tijdens de zomer van 2020
- NL – Oversterfte tijdens de eerste en tweede golf van de COVID-19-epidemie in België
- FR – Surmortalité durant la 1re et 2e vague de l'épidémie de COVID-19 en Belgique
- EN – Excess mortality during the first and second waves of the COVID-19 epidemic in Belgium
- FR – Hiver 2019-2020: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l’hiver 2019-2020
- NL – Winter 2019-2020: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel in de winter van 2019-2020
- FR – Eté 2019: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l’été 2019
- NL – Zomer 2019: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel in de zomer van 2019
- FR – Hiver 2018-2019: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l'hiver 2018-2019
- NL – Winter 2018-2019: Surveillance van sterfte door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel in de winter van 2018-2019
- FR – Été 2018: Surveillance de la mortalité toutes causes en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l'été 2018
- NL – Zomer 2018: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel tijdens de zomer van 2018
- FR – Hiver 2017—2018: Surveillance de la mortalité en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l'hiver 2017—2018
- NL – Winter 2017—2018: Surveillance van de mortaliteit in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel in de winter van 2017—2018
- FR – Été 2017 – Belgique: Surveillance de la mortalité toutes causes en Belgique durant l'été 2017
- NL – Zomer 2017 - België: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België tijdens de zomer van 2017
- NL – Zomer 2017 – Vlaanderen: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in Vlaanderen tijdens de zomer van 2017
- Weekly influenza bulletin
- Influenza end of season reports
- Excess mortality in Europe coincides with peaks of COVID-19, influenza and respiratory syncytial virus (RSV),
November 2023 to February 2024
Nørgaard S., Nielsen J., Nordholm A., Richter L., Chalupka A., Bustos Sierra N., Braeye T., et al.
https://doi.org/10.2807/1560-7917.ES.2024.29.15.2400178 -
Real-time monitoring shows substantial excess all-cause mortality during second wave of COVID-19 in Europe,
October to December 2020
Sarah K. Nørgaard, Lasse S. Vestergaard, Jens Nielsen, Lukas Richter, Daniela Schmid, Natalia Bustos, Toon Braeye., et al.
https://www.eurosurveillance.org/content/10.2807/1560-7917.ES.2021.26.1.2002023 -
All-cause mortality supports the COVID-19 mortality in Belgium and comparison with major fatal events of the last century
Natalia Bustos Sierra, Nathalie Bossuyt, Toon Braeye, Mathias Leroy, Isabelle Moyersoen, Ilse Peeters, Aline Scohy, Johan Van der Heyden, Herman Van Oyen & Françoise Renard
Archives of Public Health volume 78, Article number: 117 (2020).
https://archpublichealth.biomedcentral.com/articles/10.1186/s13690-020-00496-x -
Excess all-cause mortality during the COVID-19 pandemic in Europe – preliminary pooled estimates from the EuroMOMO network, March to April 2020
Lasse S Vestergaard, Jens Nielsen, Lukas Richter, Daniela Schmid, Natalia Bustos, Toon Braeye et al.
Eurosurveillance Vol 25, N°26 (June 2020).
https://www.eurosurveillance.org/content/10.2807/1560-7917.ES.2020.25.26.2001214 -
European all-cause excess and influenza-attributable mortality in the 2017/18 season : should the burden of influenza B be reconsidered?
Nielsen J, Vestergaard L, Richter L, Schmid D, Bustos Sierra N, Asikainen T et al.
Clinical Microbiology and Infection. 10.1016/j.cmi.2019.02.011. (February 2019)
https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1198743X19300588 -
Excess all-cause and influenza-attributable mortality in Europe, December 2016 to February 2017.
Vestergaard L, Nielsen J, Krause T, Espenhain L, Tersago K, Bustos Sierra N et al
Euro Surveillance Vol. 22, N°14 (April 2017).
http://www.eurosurveillance.org/content/10.2807/1560-7917.ES.2017.22.14.30506 -
Excess mortality among the elderly in European countries, December 2014 to February 2015.
Mølbak K, Espenhain L, Nielsen J, Tersago K, Bossuyt N et al.
Euro Surveillance Vol. 20, N°11 (March 2015).
http://www.eurosurveillance.org/content/10.2807/1560-7917.ES2015.20.11.21065 -
Excess mortality among the elderly in 12 European countries, February and March 2012.
Mazick A, Gergonne B, Nielsen J, Wuillaume F et al.
Euro Surveillance Vol. 17, N° 14 (April 2012).
http://www.eurosurveillance.org/content/10.2807/ese.17.14.20138-en -
Higher all-cause mortality in children during autumn 2009 compared with the three previous years : pooled results from eight European countries.
Mazick A, Gergonne B, Wuillaume F, et al.
Euro Surveillance Vol.15, N°5 (February 2010).
http://www.eurosurveillance.org/content/10.2807/ese.15.05.19480-en -
Monitoring of all-cause mortality in Belgium (Be-MOMO): A new and automated system for the early detection and quantification of the mortality impact of public health events.
Bianca Cox, Francoise Wuillaume, Herman Van Oyen, Sophie Maes.
International journal of public health. 55. 251-9. 10.1007/s00038-010-0135-6 (April 2010).
https://www.researchgate.net/ -
Death toll exceeded 70,000 in Europe during the summer of 2003.
Robine JM, Cheung SL, Le Roy S, Van Oyen H et al.
Comptes Rendus Biologies, Vol. 331, N°2 (2008), 171-178.
https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1631069107003770?via%3Dihub
Liens
Belgium
- Sciensano.be
- Infectious Diseases Epidemiology unit
- Sciensano - Be-MOMO
- Sciensano - Be-MOMO en maisons de repos (et de soins)
- Sciensano - Acute Respiratory Infections Bulletin
- Sciensano – Influenza-like illness sentinel surveillance in Belgian nursing homes
- Sciensano - Mortality
- Sciensano - Epidemiological surveillance of COVID-19 mortality
Europe
Belgian Mortality Monitoring Be-MOMO
In Belgium, surveillance of all-cause mortality is carried out on a weekly basis by the service of Infectious Diseases epidemiology of Sciensano. The mortality monitoring model is designed to serve as a tool for rapid detection and quantification of unusual mortality which might result from disease epidemics, such as influenza or extreme environmental conditions, such as heat waves. A timely assessment of the impact on mortality may be useful to guide or reinforce new or existing public health measures, such as influenza vaccinations and the heat action plan. Moreover, mortality monitoring can be used to evaluate possible effects of public health measures by comparing periods before and after the implementation of the intervention.
This graph presents the observed all-cause mortality in Belgium outputted from the Be-MOMO model over the last five years. Data is available by region of residence and dates back to the year 2000, with an interactive calendar menu for easy navigation through the years. The daily observed numbers are the average of the day itself, the preceding day and the subsequent day. Due to delays in death registration, the counts for the most recent weeks are preliminary and numbers are visualized with a 3 week time lag. Separate curves for Flanders, Wallonia and Brussels are available using the top right-hand corner of this graph. You are free to use the results produced by this application on the sole condition that the source is mentioned (cf. Footnote).
This graph shows the observed all-cause mortality in Belgium and the curves of the environmental risks such as meteorological data (temperature) and air pollution data (ozone, PM10 and PM2.5). It allows to visualize the correlations between mortality and extreme temperatures (above 25°C or below 0°C) and high air-pollutant concentrations (ozone above 100µg/m³ (max 8-hour mean), PM10 above 45µg/m³ and PM2.5 above 15µg/m³; corresponding to WHO thresholds of 2021). The vertical light-orange bands highlight the days with statistically significant excess mortality. All values are smoothed with a 7-day centered moving average. Meteorological data are provided by the Royal Meteorological Institute of Belgium (RMI). Ozone, PM10 and PM2.5 data are provided by The Belgian Interregional Environment Agency (IRCEL-CELINE).
| Abbreviations | |
|---|---|
| Tmin | Minimum Temperature |
| Tmax | Maximum Temperature |
| PM10 | Particulate Matter < 10 µm |
| PM2.5 | Particulate Matter < 2.5 µm |
This graph depicts the observed all-cause mortality in Belgium, with the reported COVID-19 related deaths (Source) subtracted and colored in orange. The resulting blue area represents the remaining deaths from all other causes. When the total number of daily deaths exceeds the upper or lower limits of the prediction interval predicted by the modelling (green dashed lines), there is a significant excess or under-mortality.
During the first wave of COVID-19 (from 1 March to 21 June 2020), an unusual peak in deaths was observed, almost entirely attributed to COVID-19 related deaths. This first peak of COVID-19 deaths occurred around 8 April 2020. A second unusual peak in August 2020 was attributed to a heat wave. From 31 August 2020 to 14 February 2021 (second wave of COVID-19), a third unusual peak in deaths was observed (6 November 2020), again primarily attributed to COVID-19 related deaths. During these first two COVID-19 waves, the percentage of excess mortality was relatively high but then dropped drastically for the subsequent waves.
The year 2021 was marked by three epidemic waves of COVID-19 and a brief heat episode. In 2022, there were five COVID-19 epidemic waves, a very hot summer, and two influenza epidemics. The last peak in deaths observed in December 2022 coincides with an increase in respiratory infections (influenza, RSV, COVID-19), cold temperatures, and higher concentrations of fine particles. As of 30 June 2023, data collection for COVID-19 deaths via epidemiological surveillance has stopped, so this figure will no longer be updated. More information about the COVID-19 surveillance and related reports can be found here.
More information
You can find more information about the mortality data, the statistical model behind Be-MOMO and recent publications from our service below.
Data are updated on a weekly basis, except population sizes for which the official numbers at the 1st of January are used. Mortality data are provided by the National Register and the population data by Statistics Belgium. The mortality file contains information on all deaths registered by Belgian municipalities during the previous week (up until Saturday midday). The data comprises the date of birth, date of death, gender, nationality, place of residence and place of death. The causes of death are unknown. Because of a considerable variation in the rapidness of death registration (ranging from a few days to many weeks after the actual date of death), figures for recent periods are incomplete. Around 97% of mortality data are available after two weeks. Deaths taking place abroad are removed from the analyses as they are assumed to be unrelated to concurrent meteorological or environmental conditions in Belgium.
Observed deaths are aggregated by day. To be able to detect and quantify important increases in mortality, observed death counts are compared to 2 types of reference lines, obtained by modelling past 5-year mortality data:
- Expected deaths are the model predictions and represent normal/average mortality. They are used for the calculation of the excess number of deaths (observed – expected).
- The threshold is the upper limit of the prediction interval around expected mortality, calculated by a 2/3-power transformation to correct for skewness in the Poisson distribution (Farrington et al, 1996). Threshold values represent critical mortality levels and are used to detect unusual or significant mortality. The confidence level for the upper threshold was chosen as the optimal compromise between sensitivity and specificity of alert detection. It was set at 99.5% for daily-level data.
The statistical model is a modification of the overdispersed poisson Farrington model, originally developed for the detection of infectious diseases outbreaks based on weekly disease counts (Farrington et al, 1996). The model was adapted in order to be applicable to both daily- and weekly-level mortality data. While the original method limits the amount of reference data by using only historical data from similar weeks, a sine and cosine wave component was added to capture the seasonal pattern of mortality. This enables modelling the complete 5-year time series and reduces random variation in the predicted baseline, especially for daily-level data. The Be-MOMO model was adapted on 14 June 2021 following the 2020 excess mortality associated with the COVID-19 epidemic (EN - FR - NL).
An automated analysis procedure is implemented since 2018 in R, software for statistical computing (previously with Stata version 13). Statistical methods and performance of the Be-MOMO system are described in more detail in Cox et al (2010) and in the last Be-MOMO report.
Cox B, Wuillaume F, Van Oyen H, Maes S. Monitoring of all-cause mortality in Belgium (Be-MOMO): a new and automated system for the early detection and quantification of the mortality impact of public health events. International Journal of Public Health 2010, 55(4):251-259.
Publications
Here, you'll find all documents published by Be-MOMO.
- NL – Zomer 2024: Surveillance van mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel tijdens de zomer van 2024
- FR – Éte 2024: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l’été 2024
- FR – Été 2023: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l'été 2023
- NL – Zomer 2023: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel tijdens de zomer van 2023
- NL – Winter 2022-2023 en 2023-2024: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel tijdens de winters van 2022-2023 en 2023-2024
- FR – Hiver 2022-2023 et 2023-2024: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant les hivers 2022-2023 et 2023-2024
- FR – Été 2022: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l'été 2022
- NL – Zomer 2022: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel tijdens de zomer van 2022
- FR – Été 2021: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l'été 2021
- NL – Zomer 2021: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel tijdens de zomer van 2021
- NL – Winter 2020-2021 en 2021-2022: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel tijdens de winters van 2020-2021 en 2021-2022
- FR – Hiver 2020-2021 et 2021-2022: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant les hivers 2020-2021 et 2021-2022
- FR – Été 2020: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l'été 2020
- NL – Zomer 2020: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel tijdens de zomer van 2020
- NL – Oversterfte tijdens de eerste en tweede golf van de COVID-19-epidemie in België
- FR – Surmortalité durant la 1re et 2e vague de l'épidémie de COVID-19 en Belgique
- EN – Excess mortality during the first and second waves of the COVID-19 epidemic in Belgium
- FR – Hiver 2019-2020: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l’hiver 2019-2020
- NL – Winter 2019-2020: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel in de winter van 2019-2020
- FR – Eté 2019: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l’été 2019
- NL – Zomer 2019: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel in de zomer van 2019
- FR – Hiver 2018-2019: Surveillance de la mortalité toutes causes confondues en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l'hiver 2018-2019
- NL – Winter 2018-2019: Surveillance van sterfte door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel in de winter van 2018-2019
- FR – Été 2018: Surveillance de la mortalité toutes causes en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l'été 2018
- NL – Zomer 2018: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel tijdens de zomer van 2018
- FR – Hiver 2017—2018: Surveillance de la mortalité en Belgique, Flandre, Wallonie et Bruxelles durant l'hiver 2017—2018
- NL – Winter 2017—2018: Surveillance van de mortaliteit in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel in de winter van 2017—2018
- FR – Été 2017 – Belgique: Surveillance de la mortalité toutes causes en Belgique durant l'été 2017
- NL – Zomer 2017 - België: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België tijdens de zomer van 2017
- NL – Zomer 2017 – Vlaanderen: Surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in Vlaanderen tijdens de zomer van 2017
- Weekly influenza bulletin
- Influenza end of season reports
- Excess mortality in Europe coincides with peaks of COVID-19, influenza and respiratory syncytial virus (RSV),
November 2023 to February 2024
Nørgaard S., Nielsen J., Nordholm A., Richter L., Chalupka A., Bustos Sierra N., Braeye T., et al.
https://doi.org/10.2807/1560-7917.ES.2024.29.15.2400178 -
Real-time monitoring shows substantial excess all-cause mortality during second wave of COVID-19 in Europe,
October to December 2020
Sarah K. Nørgaard, Lasse S. Vestergaard, Jens Nielsen, Lukas Richter, Daniela Schmid, Natalia Bustos, Toon Braeye., et al.
https://www.eurosurveillance.org/content/10.2807/1560-7917.ES.2021.26.1.2002023 -
All-cause mortality supports the COVID-19 mortality in Belgium and comparison with major fatal events of the last century
Natalia Bustos Sierra, Nathalie Bossuyt, Toon Braeye, Mathias Leroy, Isabelle Moyersoen, Ilse Peeters, Aline Scohy, Johan Van der Heyden, Herman Van Oyen & Françoise Renard
Archives of Public Health volume 78, Article number: 117 (2020).
https://archpublichealth.biomedcentral.com/articles/10.1186/s13690-020-00496-x -
Excess all-cause mortality during the COVID-19 pandemic in Europe – preliminary pooled estimates from the EuroMOMO network, March to April 2020
Lasse S Vestergaard, Jens Nielsen, Lukas Richter, Daniela Schmid, Natalia Bustos, Toon Braeye et al.
Eurosurveillance Vol 25, N°26 (June 2020).
https://www.eurosurveillance.org/content/10.2807/1560-7917.ES.2020.25.26.2001214 -
European all-cause excess and influenza-attributable mortality in the 2017/18 season : should the burden of influenza B be reconsidered?
Nielsen J, Vestergaard L, Richter L, Schmid D, Bustos Sierra N, Asikainen T et al.
Clinical Microbiology and Infection. 10.1016/j.cmi.2019.02.011. (February 2019)
https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1198743X19300588 -
Excess all-cause and influenza-attributable mortality in Europe, December 2016 to February 2017.
Vestergaard L, Nielsen J, Krause T, Espenhain L, Tersago K, Bustos Sierra N et al
Euro Surveillance Vol. 22, N°14 (April 2017).
http://www.eurosurveillance.org/content/10.2807/1560-7917.ES.2017.22.14.30506 -
Excess mortality among the elderly in European countries, December 2014 to February 2015.
Mølbak K, Espenhain L, Nielsen J, Tersago K, Bossuyt N et al.
Euro Surveillance Vol. 20, N°11 (March 2015).
http://www.eurosurveillance.org/content/10.2807/1560-7917.ES2015.20.11.21065 -
Excess mortality among the elderly in 12 European countries, February and March 2012.
Mazick A, Gergonne B, Nielsen J, Wuillaume F et al.
Euro Surveillance Vol. 17, N° 14 (April 2012).
http://www.eurosurveillance.org/content/10.2807/ese.17.14.20138-en -
Higher all-cause mortality in children during autumn 2009 compared with the three previous years : pooled results from eight European countries.
Mazick A, Gergonne B, Wuillaume F, et al.
Euro Surveillance Vol.15, N°5 (February 2010).
http://www.eurosurveillance.org/content/10.2807/ese.15.05.19480-en -
Monitoring of all-cause mortality in Belgium (Be-MOMO): A new and automated system for the early detection and quantification of the mortality impact of public health events.
Bianca Cox, Francoise Wuillaume, Herman Van Oyen, Sophie Maes.
International journal of public health. 55. 251-9. 10.1007/s00038-010-0135-6 (April 2010).
https://www.researchgate.net/ -
Death toll exceeded 70,000 in Europe during the summer of 2003.
Robine JM, Cheung SL, Le Roy S, Van Oyen H et al.
Comptes Rendus Biologies, Vol. 331, N°2 (2008), 171-178.
https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1631069107003770?via%3Dihub
Links
Belgium
- Sciensano.be
- Infectious Diseases Epidemiology unit
- Sciensano - Be-MOMO
- Sciensano - Be-MOMO in nursing homes
- Sciensano - Acute Respiratory Infections Bulletin
- Sciensano – Influenza-like illness sentinel surveillance in Belgian nursing homes
- Sciensano - Mortality
- Sciensano - Epidemiological surveillance of COVID-19 mortality
Europe
In België maakt de afvalwatersurveillance het mogelijk om de circulatie op te volgen van drie belangrijke respiratoire virussen die een bedreiging vormen voor de gezondheid van de bevolking. Het surveillanceprogramma startte midden september 2020 met SARS-CoV-2 (het virus dat COVID-19 veroorzaakt). Influenza (het virus dat griep veroorzaakt) en respiratoir syncytieel virus (RSV) werden toegevoegd in januari 2024. De surveillance dekt 38% van de Belgische bevolking. Dit instrument is gebaseerd op de analyse van afvalwatermonsters die één keer per week op maandag worden verzameld uit influenten van 30 afvalwaterzuiveringsinstallaties verspreid over België, voornamelijk in gebieden met een hoge bevolkingsdichtheid. De monsters worden verzameld over een periode van 24 uur en geanalyseerd op de aanwezigheid van SARS-CoV-2, influenza en RSV.
En Belgique, la surveillance des eaux usées permet de suivre la circulation de trois grands virus respiratoires préoccupants pour la santé de la population. Le programme de surveillance a débuté à la mi-septembre 2020 avec le SARS-CoV-2 (le virus responsable du COVID-19). L'influenza (le virus responsable de la grippe) et le virus respiratoire syncytial (VRS) ont été ajoutés en janvier 2024. La surveillance couvre 38% de la population belge. Cet outil est basé sur l'analyse d'échantillons d'eaux usées prélevés une fois par semaine, le lundi, dans les influents de 30 stations d'épuration réparties sur l'ensemble du territoire belge, principalement dans des zones à forte densité de population. Les échantillons sont collectés sur une période de 24 heures et analysés pour détecter la présence du SRAS-CoV-2, de la grippe et du VRS.
In Belgium, the wastewater surveillance allows to follow-up the circulation of three major respiratory viruses of health concerns in the population. The surveillance program started in mid-September 2020 with SARS-CoV-2 (the virus causing COVID-19). Influenza (the virus causing flu) and respiratory syncytial virus (RSV) were added in January 2024. The surveillance covers 38% of the Belgian population. This tool is based on the analysis of wastewater samples collected once per week on Monday from influents of 30 wastewater treatment plants spread over Belgium, mainly in areas of high population density. Samples are collected over a period of 24 hours and analyzed for the presence of SARS-CoV-2, influenza and RSV.
A series of reports on this epidemiological surveillance is available on the page 'COVID-19 epidemiological situation' (FR/NL/DE). For other COVID-19-related resources, including procedures, research projects and scientific advice (RAG), please refer to the Sciensano COVID-19 overview page (FR/NL/DE).
The data collected by Sciensano and its health partners can provide insight into the dynamics of the epidemic, help to anticipate different scenarios and to elaborate possible measures to curb the spread of the virus. From 31 March 2020, Sciensano makes a number of ‘Open Data’ data sets available to interested parties on a weekly basis. More information about the data collection is available in the document ‘Frequently asked questions’ (ENG/FR/NL).
Average daily cases
in last 7 days
The following graph shows the evolution of the effective reproductive number (Rt). Rt is an estimate of contagiousness that is a function of human behaviour at a given time and biological characteristics of the pathogen. An epidemic should continue if Rt is >1 and decrease if Rt is <1.
The values of Rt are estimated by a mathematical model for the number of cases as described by Cori et al. (2013). The estimated values depend on many decisions made as part of the modeling process and are influenced by the same factors that influence the detected number of cases, notably changes in the testing strategy. They must be interpreted with caution.
The graph shows the evolution of Rt on a national level for the entire population. The data for this graph are only filtered by the Date range filter. Changing the Sex, Age group or Country/region/province filter will not affect this visualisation.
- Region of death: Brussels, Vlaanderen, Wallonie or unknown.
- Diagnostic status: laboratory-confirmed cases, radiologically-confirmed cases and possible cases.
- Place of death: in hospital, in nursing home (NH) and other/unknown.
- Profile: nursing home resident, non-nursing home resident and unknown.
- Establishing an ad hoc COVID-19 mortality surveillance during the first epidemic wave in Belgium, 1 March to 21 June 2020 Renard F, Scohy A, Van der Heyden J, et al. Euro Surveillance, 2021;26(48):pii=2001402 https://doi.org/10.2807/1560-7917.ES.2021.26.48.2001402
- COVID-19 mortality statistics: a comparative study of epidemiological surveillance data and death certificates in 2020 in Belgium Vernemmen C, Ekelson R, Jurčević J, et al. Quetelet Journal, Vol. 11 No. 1 (2024) https://doi.org/10.14428/rqj2023.11.01.01
- COVID-19 mortality statistics: a comparative study of epidemiological surveillance data and death certificates in 2020 in Belgium Vernemmen C, Ekelson R, Jurčević J, et al. Quetelet Journal, Vol. 11 No. 1 (2024) https://doi.org/10.14428/rqj2023.11.01.01
- Patterns and drivers of excess mortality during the COVID-19 pandemic in 13 Western European countries. Galmiche S, Coustaury C, Charniga K, et al. BMC Global Public Health 2, 78 (2024). https://doi.org/10.1186/s44263-024-00103-z
- Magnitude and determinants of excess total, age-specific and sex-specific all-cause mortality in 24 countries worldwide during 2020 and 2021: results on the impact of the COVID-19 pandemic from the C-MOR project. Pallari CT, Achilleos S, Quattrocchi A, et al. BMJ Glob Health 2024;9:e013018 https://gh.bmj.com/content/9/4/e013018
- Excess mortality in Europe coincides with peaks of COVID-19, influenza and respiratory syncytial virus (RSV), November 2023 to February 2024 Nørgaard S, Jens N, Nordholm A, et al. Euro Surveillance. 2024;29(15):pii=2400178 https://doi.org/10.2807/1560-7917.ES.2024.29.15.2400178
- COVID‐19 Clusters in Belgian Nursing Homes: Impact of Facility Characteristics and Vaccination on Cluster Occurrence, Duration and Severity. Dequeker S, Callies M, Catteau L, et al. Viruses 2023, 15, 232. https://doi.org/10.3390/v15010232
- Effect of COVID-19 Vaccination Campaign in Belgian Nursing Homes on COVID-19 Cases, Hospital Admissions, and Deaths among Residents Dequeker S, Callies M, Vernemmen C, et al. Viruses 2022, 14, 1359 https://doi.org/10.3390/v14071359
- COVID-19 mortality, excess mortality, deaths per million and infection fatality ratio, Belgium, 9 March 2020 to 28 June 2020. Molenberghs G, Faes C, Verbeeck J, et al. Euro Surveillance. 2022;27(7):pii=2002060 https://doi.org/10.2807/1560-7917.ES.2022.27.7.2002060
- High impact of COVID-19 in long-term care facilities, suggestion for monitoring in the EU/EEA, May 2020. ECDC Public Health Emergency Team , Danis K, Fonteneau L, et al. Euro Surveillance. 2020;25(22):pii=2000956 https://doi.org/10.2807/1560-7917.ES.2020.25.22.2000956
- Epidemiology of COVID19 mortality in Belgium, from wave 1 to wave 7 (March 2020 – 11 September 2022). Jurcevic J, Ekelson R, Nganda S, Bustos Sierra N, Vernemmen C. Brussels, Belgium: Sciensano. 2023, June. Report number: D/2023/14.440/45. https://www.sciensano.be/en/biblio/epidemiology-covid-19-mortality-belgium-wave-1-wave-7-march-2020-11-september-2022
- Surveillance of COVID-19 mortality in Belgium, epidemiology and methodology during 1st and 2nd wave (March 2020 - 14 February 2021). Peeters I, Vermeulen M, Bustos Sierra N, et al. Brussels, Belgium : Sciensano. 2021, September. Report number: D/2021/14.440/57 https://www.sciensano.be/en/biblio/surveillance-covid-19-mortality-belgium-epidemiology-and-methodology-during-1st-and-2nd-wave-march
- Excess mortality during the first and second waves of the COVID-19 epidemic in Belgium (data from 10 March 2020 to 14 February 2021). Bustos Sierra N, Bossuyt N, Braeye T, et al. Brussels, Belgium : Sciensano. 2021, August. Report number : D/2021/14.440/62. https://www.sciensano.be/en/biblio/excess-mortality-during-first-and-second-waves-covid-19-epidemic-belgium
Total tests
Total positive tests
Average daily tests
in last 7 days
Positivity rate
in last 7 days
The following graph shows the evolution of the test positivity rate, defined as the proportion of all tests performed that were positive. Vertical lines indicate dates of major changes in the testing strategy.
These data are no longer updated. The national COVID-19 surveillance in nursing homes changed to a regional surveillance from May 1, 2023. The national results were published one last time on May 5, 2023.
This graph shows the number of lab-confirmed cases per 100 nursing home residents per week (Monday through Sunday).
As testing was not common practice in the beginning of the pandemic, and given that not all nursing homes participated weekly, these numbers cannot be considered exhaustive. Vaccination in nursing homes started on January 5, 2021.
The regions in the color legend below the graph are clickable. Click on a region that is shown to hide it and on one that is hidden to show it. You can also double click on a region to hide all other ones.
This graph shows the number of hospitalisations among lab-confirmed cases per 100 nursing home residents per week (Monday to Sunday). Vaccination in nursing homes started on January 5, 2021.
The regions in the color legend below the graph are clickable. Click on a region that is shown to hide it and on one that is hidden to show it. You can also double click on a region to hide all other ones.
This graph shows the deaths among possible, lab-confirmed and radiologically-confirmed cases per 100 nursing home residents per week (Monday to Sunday).Vaccination in nursing homes started on January 5, 2021.
On June 28, 2022, a correction of COVID-19 mortality data was performed. The result was an increase of 66 COVID-19 deaths in nursing homes, but the total number of deaths remained the same for the period from January 3, 2022 to May 12, 2022. Additional information on deaths among nursing home residents is available on the COVID-19 mortality page.
The regions in the color legend below the graph are clickable. Click on a region that is shown to hide it and on one that is hidden to show it. You can also double click on a region to hide all other ones.
This graph shows the participation rate of nursing homes for the national COVID-19 surveillance per week (Monday to Sunday).
The regions in the color legend below the graph are clickable. Click on a region that is shown to hide it and on one that is hidden to show it. You can also double click on a region to hide all other ones.
- In 2020 there were 1542 nursing homes in Belgium (Vlaanderen: 814; Wallonie: 573; Brussels: 147 and Ostbelgien: 8).
- In 2021 and 2022 there were 1545 NHs in Belgium (Vlaanderen: 815; Wallonie: 573; Brussels: 148 and Ostbelgien: 9).
- In 2023 there were 1559 NHs in Belgium (Vlaanderen: 816; Wallonie: 591; Brussels: 143 and Ostbelgien: 9).
The participation rate is presented according to the geographical location.
Publications
- COVID-19 Surveillance in woonzorgcentra / Surveillance COVID-19 en maisons de repos et de soins
- COVID-19 Clusters in Belgian Nursing Homes: Impact of Facility Characteristics and Vaccination on Cluster Occurrence, Duration and Severity
- COVID-19 cases, hospitalizations and deaths in Belgian nursing homes: results of a surveillance conducted between April and December 2020
- Effect of COVID-19 Vaccination Campaign in Belgian Nursing Homes on COVID-19 Cases, Hospital Admissions, and Deaths among Residents
Protocol
The protocol can be found here.
Total vaccinated
in current campaign
Doses administered
18+ vaccinated
in current campaign
65+ vaccinated
in current campaign
This section presents doses administered during the latest vaccination campaign (from September 14, 2023, onwards). The numbers refer to the persons completing a primary vaccination course or being revaccinated during the campaign.
This section presents doses administered since the beginning of the first vaccination campaign (from December 28th 2020 onwards). The numbers refer to the persons completing a primary vaccination course or being revaccinated.
Total vaccinated
in overall roll-out
Total vaccinated
for primary course
Proportion vaccinated
for at least one revaccination
Doses administered
in overall roll-out
Historical datasets
Datasets corresponding to older reports are available upon request.
Codebook
A description of the variables is available in the codebook. (Version: 2023-10-10)
Data Request Additional Data
Notes: Requests for data that are not owned by Sciensano should be addressed to the actual data owner. Due to high demand and limited resources, Sciensano is obliged to limit the scope of data requests it is able to process. This procedure only applies to requests in the context of official (subject to peer review) scientific research. Media-associated requestors are invited to address their specific request to
press@sciensano.be
.
Requests for private and non-research purposes, as well as incomplete and unclear requests, will not be processed.
COVID-19
| Confirmed cases by date, age, sex and province | csv | json | Active |
| Cumulative number of confirmed cases by municipality | csv | json | Archived |
| Confirmed cases by date and municipality | csv | json | Archived |
| Hospitalisations by date and provinces | csv | json | Archived |
| Deaths by date, age group, sex, and region of death | csv | json | Archived |
| Deaths by week, region of residence, age group, and diagnosis type | csv | json | Archived |
| Deaths by week, region of residence, age group, and place of death | csv | json | Archived |
| Deaths by week, region of residence, age group, and profile | csv | json | Archived |
| Deaths by week, region of residence, age group, and region of death | csv | json | Archived |
| Vaccinated people deceased before 2024 by region, age group, sex, and last dose received | csv | json | Active |
| Total number of tests by date | csv | json | Active |
| Administered vaccines by date, region, age, sex, brand and dose | csv | json | Archived |
| Administered vaccines by week, municipality, age and dose | csv | json | Archived |
| Administered vaccines by date, region, age group, sex, brand and status | csv | json | Active |
| Confirmed case, hospitalisation and death rates among nursing home residents by week and region/community | csv | json | Archived |